Joke van Leeuwen: ‘Ook zonder lobbyen maak je kans’
21-12-08
Joke van Leeuwen (foto: Schoolbieb.nl) heeft zich vanwege een verblijf in de buitenlanden als kandidaat Dichter des Vaderlands tot dusver stilgehouden. Voor Woest en Ledig was Van Leeuwen (Den Haag, 1952) echter bereid per mail een paar vragen te beantwoorden.
Waarom heeft u ja gezegd tegen het verzoek u kandidaat te stellen?
“Ik was vereerd en vond het ook mooi in mijn persoon door anderen getrokken grenzen te mogen overschrijden, want ik ben ook stadsdichter van Antwerpen.”
Wat was uw reactie toen u vernam dat u tot de shortlist was doordrongen?
“Dat de jury blijkbaar vertrouwen had in mijn kunnen en de manier waarop ik mij van deze fraaie taak zou kwijten.”
Afgezet tegen Nasr, Menkveld, Peeters en Bruinja bent u misschien wel de meest ervaren dichter. Hoe schat u uw kansen in bij een publieksverkiezing?
“Daar ga ik niet over speculeren. Ik ga ook geen pennen uitdelen of mezelf verkopen. Desondanks heb ik bij de Herman De Coninck Publieksprijs in Vlaanderen mogen ervaren dat je ook zonder lobbyen een kans maakt.”
Hoe zou u zich als dichter het liefst omschrijven? Waarin verschilt u van de vier andere kandidaten?
“Dat mogen anderen uitzoeken. Grote kans dat er verschillende antwoorden zijn.”
Als ik een beeld wil krijgen van uw dichterschap, welke bundel of welk gedicht dien ik dan te lezen?
“Dan kan men zich wellicht mijn verzameld werk Fladderen voor de vloed in goedkope Rainbowpocket aanschaffen, hoewel de uitgaven van Querido er mooier uitzien.”
Wat zijn uw belangrijkste plannen als u gekozen mocht worden?
“Ik krijg de indruk dat Tsead Bruinja ijverig is. Dat is mooi voor Friesland en de rest van het vaderland. Toen ik stadsdichter van Antwerpen werd, maakte ik vorig jaar ook plannen, zoals hoe een gedicht kan werken in de openbare ruimte, en al doende rijpen de ideeën, maar
toen dé zanger van Stad, Wannes Van de Velde, stierf, was er ook in één dag een gedicht voor zijn nagedachtenis, omdat dat niet kon wachten.”
Heeft u ideeën over een campagne?
“Ik ga geen campagne voeren. Ik vind dat niet de taak van de dichter. Ik ben geen marketeer en wil dat ook niet zijn.”
Hoe vindt u dat Driek van Wissen en Gerrit Komrij de functie hebben vervuld?
“Op hun manier.”