Woest en Ledig in the British Museum
Lezing: de geweldadige dood van Hester van Nierop

Woest en Ledig terug uit het British Museum

Webster Soms loopt het net even anders. Niet de bijdrage Mask II (2001) van Ron Mueck, maar het werk Dark Stuff (foto) van Tim Noble en Sue Webster bleek het meest indrukwekkende onderdeel van de tentoonstelling Statuephilia die op dit moment te zien is in het British Museum in Londen. Twee spiesen met klonteringen van botten en kadavers; de schaduwen vormen de silhouetten van een doorboorde mannen- en een vrouwenkop.

 

Noble en Webster werken al vijftien jaar samen - ik had nog nooit van het duo gehoord. Hun Dark stuff (2008) is geïnspireerd op de Egyptische collectie van het museum en samengesteld uit prooiresten die door katten bijeen zijn gebracht en vervolgens door de kunstenaars gemummificeerd: 67 veldmuizen, 47 ratten, 44 spitsmuizen, 1 vos, 1 eekhoorn, 1 wezel, 13 kraaien, 7 kauwtjes, 1 spreeuw, 1 mus, 1 roodborstje, 1 egels, 1 salamander en 3 slakkenhuizen.

 

Met Statuephilia wil het British Museum een overzicht geven van de hedendaagse Britse beeldhouwkunst. Vijf vooraanstaande kunstenaars zijn gevraagd werk af te staan voor een tijdelijke plek in de bestaande collectie. Naast Noble en Webster, die tussen de Egyptische kunst een plek kregen, en Mueck, wiens werk onderdeel is van een tentoonstelling over leven en dood, gaat het om Antony Gormley, Marc Quinn en Damien Hirst.

 

Van Hirst is Cornucopia (2008) te zien, een verzameling beschilderde plastic schedels. Quinn stond zijn Siren (2007) af, een inmiddels bekend beeld van goud gemaakt naar de beeltenis van fotomodel Kate Moss in een acrobatische pose: met het hoofd tussen de benen, als een circusartieste. Van Gormely is het imposante Case for an Angel I (1989) te zien, een manfiguur met reusachtige vleugels van pleisterwerk, fiberglas, lood en staal.  Statuephilia loopt nog tot en met 25 januari.