Clubs zijn er om opgericht te worden. Als de een het niet doet, doet een ander het wel. En dus was Gerrit Komrij, nog maar net benoemd tot Dichter des Vaderlands er in 2000 als de kippen bij om een club op te richten: De Poëzieclub. Als snel kwam er een eigen tijdschrift, Awater, en een reeks poëzieboekjes, de Sandwichreeks, ansichtkaarten met gedichten. Kortom, de hele mikmak. Voor slechts zesenzestig euro vijfentwintig.

Zonder dat De Poëzieclub van Gerrit Komrij ooit ter ziele is gegaan, wordt hij zondag 24 augustus tijdens festival Noorderzon in Groningen min of meer opnieuw opgericht. Dit keer door Gelly Talsma, baas van De Culturele Onderneming en hyperactief boekverkoper in Groningen. “Een reanimatie, noemt het maar zo”, zegt Talsma over de poëzie-optredens in het Noorderplantsoen. “We willen zoveel mogelijk mensen met een warm hart voor de poëzie bij elkaar krijgen.”

Als lokmiddel worden drie dichters ingezet: Gerrit Komrij, Abdelkader Benali en Hélène Gelèns. Komrij bijt om 21.00 uur het spits af. Gehoopt wordt dat hij in Groningen zijn gedicht Liefde wil voordragen. Hij wordt om 22.00 uur gevolgd door Benali, die deze week gastschrijver is op de Volkshogeschool op Terschelling. Gelèns debuteerde ooit met een deeltje in de Sandwichreeks, de serie uitgaven waarmee Komrij ‘talenten en vergeten of verwaarloosde dichters’ in de schijnwerpers zette.

De optredens tijdens Noorderzon duren drie keer een half uur, belooft directeur Talsma. Een beetje kort, maar vermoedelijk voldoende om De Poëzieclub van nieuwe leden te voorzien. Want daar is het Talsma om te doen. “Niet dat ik mensen iets wil verplichten. Helemaal niet zelfs, het gaat mij er om dat mensen in contact komen met poëzie. Overal en altijd. Dus ook tijdens een theaterfestival.”