‘Een beetje doen alsof je God bent’
Woest en Ledig in Zimbabwe

A.F.Th.’s requiem voor de kleine schrijver Franssens

Franssensin1981 Drie jaar geleden verscheen bij De Arbeiderspers een heruitgave van de novelle De Wisselwachter, het debuut van Jean Paul Franssens. De uitgave ging vergezeld van de vaststelling dat tijdens het leven van Franssens (1938 – 2003) geen van zijn zeventien boeken is herdrukt en dat de geboren Groninger nooit een prijs heeft mogen ontvangen. Dat vond de schrijver 'een hele prestatie in een land met zoveel prijzen'.

 

Vijf jaar na zijn overlijden is er inmiddels een kleine prijs naar hem vernoemd, de Jean-Paul Franssens Poëzieprijs van het festival Literaire Avond Zuidwolde en is hij nog steeds niet vergeten. Zo beleggen de uitgevers Querido en De Arbeiderspers donderdag samen met Franssens’ vrienden een herdenkingbijeenkomst waarbij zijn literaire nalatenschap wordt overgedragen aan de Bijzondere Collectie van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam.

 

De nalatenschap omvat manuscripten, tekeningen en foto’s aangevuld met de Franssens-verzameling van oud-Groninger Thijs Wierema. Verder gaat het om brieven van onder anderen Belcampo, Remco Campert, Adriaan Morriën, Connie Palmen en Peter van Straaten. Volgens de Universiteitsbibliotheek bieden de stukken ‘een gedetailleerd beeld van Franssens’ kunstenaarsbestaan en privéleven’.

 

Onderdeel van de plechtigheid is de presentatie van het boekje Voetstampwijnen zijn tandknarswijnen, geschreven door A.F. Th. van der Heijden. De twee schrijvers troffen elkaar sinds eind jaren tachtig regelmatig aan de bar van café Zwart en café Welling in Amsterdam en frequenteerden samen kunstenaarssociëteit Arti. Daarnaast schreven ze elkaar veelvuldig – drie jaar geleden werd hun briefwisseling gepubliceerd.

 

In Voetstampwijnen zijn tandknarswijnen blikt Van der Heijden terug op de tijd met Franssens. Zijn boekje valt in twee delen uiteen: zeventig anekdotes uit de Grachtengordel en de vertelling Vilt voor de muizen, een parodie op de whodunit over een lijk in  café De Z. met fraaie rollen voor onder anderen Allard S(chröder), Jean-Paul (Franssens), Frits (Müller) en (A.F.Th) Van der H(eijden) zelf.

 

Waar de Muizen vooral melig zijn, bevatten de Wijnen veel fraais. Voor wie bekend is met de correspondentie Ik heb je nog veel te vertellen bevat het boekje enige doublures, maar die zijn dermate briljant opgeschreven dat het allerminst stoort. Komt bij dat Van der Heijden een structuur in de anekdotes heeft aangebracht waardoor je als lezer zowel de ontwikkeling van een vriendschap als de aftakeling van een ietwat miskend kunstenaar meekrijgt.

 

Van der Heijden over het einde: “Voor een maniakaal briefschrijver als ik ben, heb ik hem in dat laatste halfjaar ook verrot weinig geschreven. Ik had een groot deel van zijn drinkende leven met hem gedeeld, dat voor hem, met zijn verschuivende bloedplaatjes, steeds meer een uitputtingsslag werd, die op den duur niet meer te winnen viel. Alle geldige excuses daargelaten: was het niet toch de adem van de naderende dood, de bijgelovige angst voor besmetting, die mij op afstand hield?”

 

Met Voetstampwijnen zijn tandknarswijnen komt Van der Heijden een belofte na. “Ik beloofde Carla (de partner van Franssens, red.) er alles aan te doen zijn werk ‘levend’ te houden”, schrijft hij. “Maar wat betekent dat (…) in een tijd dat de hiphoppers het voor het zeggen hebben en de literatuur als geheel tot een dode letter willen verklaren? Ik schrijf nu dit kleine requiem, waarvan ik niet weet of het hem of zijn werk in leven zal houden, dan wel tot leven zal wekken.”

 

Mogelijk mislukt alles. In ieder geval heeft het een zeer leesbaar en respectvol eerbetoon opgeleverd.

 

Boek: Voetstampwijnen zijn tandknarswijnen. Een requiem. Auteur: A.F.Th. van der Heijden. Uitgever: Querido. Prijs: €18,95 (152 blz.)