Als een kijker kort na elkaar twee op zichzelf staande beelden ziet, probeert hij die automatisch met elkaar in verband te brengen. Zo ontstaan constructies en nieuwe beelden met een eigen betekenis. Nadat Paul Bogaers (Tilburg, 1961) dit collageprincipe een aantal jaren op de fotografie had toegepast, waagde hij zich aan de literatuur. Vorige maand werd het resultaat, de roman Onderlangs, genomineerd voor de Libris Literatuurprijs.
Onderlangs is een van de meest merkwaardige boeken ooit in Nederland verschenen. Nu eens niet vanwege de inhoud, maar vanwege de totstandkoming. Vijftien jaar lang struinde Bogaers rommelmarkten en antiquariaten af en kocht hij obscure boeken op. In zijn atelier kopieerde hij bladzijden, knipte er zinnen uit en combineerde die tot een verrassend goed lopend verhaal over een zoektocht naar een bekoorlijke vrouw.
Een collageroman noemt Bogaers zijn boek. “Het principe is niet nieuw”, verklaart hij. “In de beeldende kunst, de fotografie, de film, maar ook de muziek en de poëzie is het eerder gedaan – denk aan hiphop en de surrealisten. Maar voor zover ik heb kunnen achterhalen was er nog geen roman gemaakt volgens dit procédé. Ik ben begonnen met tekstjes voor catalogi op basis van bestaande zinnen en daarna kwam er een novelle. Een roman was de meest logische volgende stap.”
Zo’n 250 obscure en triviale boeken zijn voor Onderlangs gebruikt. Ze hebben titels als Over charme en schoonheid, Tropenwee, Kus mij… voor je sterft, maar ook Herinneringen van een niemendalletje en De commissaris vertelt verder - lectuur verschenen tussen het einde van de negentiende eeuw en het begin van de jaren zestig. “Het is wat ik in de 1 euro-bakken tegenkwam. Het afgeschrevene en marginale, dat wat niet als volwaardig wordt beschouwd, dat spreekt mij aan.”
Onderlangs ligt in het verlengde van het fotografische werk van Bogaers. Hij fotografeert dagelijks en verzamelt al jaren beelden uit tijdschriften en ansichtkaarten. “Soms combineer ik beelden, soms maak ik fragmenten groter of juist kleiner, soms bewerk ik ze – en dan steeds zo dat je zien kunt dat de foto bewerkt is. Het is geen klassieke fotografie. Ik word juist voor tentoonstellingen gevraagd omdat mijn werk afwijkt van het gangbare.”
Het schrijven was een zaak van geduldig knippen, schuiven en plakken. “Door de nieuwe constructies ontstonden nieuwe betekenissen”, vertelt Bogaers. “Hier en daar probeerde ik bepaalde motieven terug te laten komen, zoals dat in iedere roman gebeurt. Soms plaatste ik zinnen achter elkaar met verschillende lettertypes om een bepaald effect te creëren. Maar eigenlijk schreef het verhaal zichzelf.”
Wat opvalt, is de humoristische en melancholische ondertoon van het boek. “Die kant heb ik het bewust laten opgaan omdat humor en melancholie ook in mijn andere werk aanwezig zijn. Soms was het onvermijdelijk. Het boek zit vol schijngesprekken waarvan sommige gedeelten in boekentaal zijn geschreven, dat geeft al snel een komisch effect. Het vloeit ook voort uit het procédé: dit boek is een spel waarbij het spelen wordt onderstreept.”
Toch is Bogaers collage-roman niet zomaar een spel. “Als beeldend kunstenaar wil ik iets laten zien. Met dit boek is dat niet anders”, zegt hij. “Ik wil laten zien dat ook in de literatuur beelden worden gebruikt en dat de samenhang tussen die beelden een persoonlijke constructie is. In ons streven naar zingeving vinden we altijd wel een verband. Tegelijkertijd is dat verband een illusie. Wat ik doe, is die illusie benadrukken.”
Boek en tentoonstelling
De roman ‘Onderlangs’ van Paul Bogaers is verschenen bij uitgeverij IJzer (24,50 euro, 414 blz.) In Boekhandel Godert Walter aan de Oude Ebbingestraat 53 in Groningen is tot en met 22 maart een expositie te zien met foto’s van Bogaers en wordt tevens getoond hoe zijn roman tot stand is gekomen.