Nog nooit was de biografie zo populair als de laatste jaren. Maar de misverstanden over wat een biografie nu precies is, zijn daarmee ook wijdverbreid. Volgens Hans Renders, directeur van het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen, gaat er vaak iets mis bij het schrijven van een biografie.
Met zijn inaugurele rede De zeven hoofdzonden van de biografie wil Renders op 4 maart in Groningen duidelijk maken wat er zoal mis kan gaan bij het schrijven van een biografie en hoe dat in de toekomst kan worden voorkomen. Bij de aanvaarding van de bijzondere leerstoel Geschiedenis en Theorie van de Biografie aan de universiteit Groningen zal hij onder meer pleiten voor meer duidelijkheid over het begrip biografie.
“Je hoort vaak zeggen van een biografie dat die leest als een roman. Dat is onzinnig en raar, want het is geen literatuur. Er zit dus een spanningsveld in onze verwachting. Ik ga daarom in mijn oratie in op een aantal die samen de zeven hoofdzonden van de biografie verbeelden.” In een moeite door stelt hij een ordening voor die recht doet aan de zeven deugden van de biografie.
Renders karakteriseert twee biografievormen. “De traditionele variant vindt haar voorloper in heiligenleven en encyclopedisch woordenboek,” legt hij uit. “De interpreterende variant is ontstaan in de tweede helft van de negentiende eeuw, onder invloed van de opiniërende journalistiek.” Wat Renders betreft is interpretatie, het plaatsen van de beschreven persoon in de context, een noodzakelijke voorwaarde voor een goede biografie.
Mooie voorbeelden van goede biografieën zijn, naast Renders eigen boeken over de dichters Jan Hanlo en Jan Campert, de vorig jaar verschenen biografieën van Conrad Busken Huet door Olf Praamstra en J.C. Bloem door Bart Slijper.