Donderdag is het Gedichtendag. Dichter des Vaderlands Driek van Wissen is op twee plaatsen. In Utrecht bezingt hij een in de trein gevonden voorwerp en in Groningen speelt hij gastheer voor zijn favoriete dichters.
In zijn eerste jaar als Dichter des Vaderlands werd Driek van Wissen platgebeld om te komen optreden tijdens Gedichtendag. ”Ik ging nergens op in en hield alles af. Ik dacht dat de Dichter des Vaderlands op 31 januari wel ergens verplicht zou moeten verschijnen”, blikt Van Wissen terug. ”Met als gevolg dat ik dat jaar de enige dichter was zonder optredens op Gedichtendag.”
Dit jaar gaat het anders. ’s Morgens onthult hij in de hal van treinstation Utrecht Centraal een gedicht geschreven over een in de trein gevonden voorwerp. En ’s avonds is hij ster op zijn eigen feest in Groningen, de slotavond van de Poëziemarathon, een van de grootste poëzie–evenementen in ons land.
”Eerst dacht ik mijn vrienden te vragen, Jean Pierre Rawie en Rutger Kopland”, vertelt de Dichter des Vaderlands over het programma in het Grand Theatre in Groningen. ”Toch leek het mij beter om voor afwisseling te zorgen. Toen ben ik op zoek gegaan naar dichters met wie ik mij verwant voel en voor wie ik bewondering heb.”
Op verzoek van Van Wissen komen donderdag Tsjêbbe Hettinga, Neeltje Maria Min, Ivo de Wijs en Rob Schouten naar Groningen. ”Het zijn dichters die ik regelmatig tegenkom tijdens optredens in het land en met wie ik al jaren contacten mee onderhoud. Eigenlijk toch allemaal weer vrienden. In de dichterswereld is niet zoveel sprake van jaloezie. Als je succes hebt of bekend bent, is je dat meestal gegund.”
Vooral de uitnodiging voor de Friestalige Hettinga springt in het oog; Van Wissen schreef het gedicht Anti–Fries waarin hij Friezen neerzet als gekken en dwazen. ”Ik ontmoette Tsjêbbe ooit in een tuin op de Boekenmarkt van Deventer. Ik versta niets van zijn gedichten, vermoedelijk gaat het over de schoonheid van de natuur, maar ik weet wel dat het een belevenis is om hem te horen voordragen. Heel muzikaal.”
Hettinga, maar ook De Wijs, Min en Schouten zijn oudere, traditionele dichters. Heeft Van Wissen niets met de jongere generatie? ”O jawel hoor. Ik wilde ook Tjitske Jansen laten optreden, maar die was al geboekt. Deze dichters maken zowel vrolijke als ernstige poëzie. Wat ik wil laten zien, is dat die twee elkaar niet uitsluiten, dat ze bij elkaar horen. Ik maak zelf vormvaste poëzie, maar wat ik vooral belangrijk vind, is toegankelijkheid.”
Van Wissen begint aan zijn laatste jaar als Dichter des Vaderlands. Aanvankelijk stuitte zijn aanstelling op kritiek, maar inmiddels heeft hij zijn plaats veroverd. ”Ik heb het er flink druk mee”, vertelt hij. ”Drie à vier keer per week treed ik op en daarnaast krijg ik veel opdrachten voor gelegenheidsgedichten. Ik zal niet in een zwart gat vallen als het straks afgelopen is. De ex–Dichter des Vaderlands is ook iemand. Kijk maar naar Gerrit Komrij.”
De poëzie maakt een mooie tijd door, constateert Van Wissen. ”Van de verkoop van dichtbundels moet je het niet hebben. Het gaat net als in de muziek, er wordt veel poëzie gedownload via internet. Daar staat tegenover dat dichters meer dan vroeger betrokken worden bij gebeurtenissen; overal worden stadsdichters aangesteld. Optredens waren al belangrijk voor dichters, maar in de toekomst worden ze nog veel belangrijker.”
De slotmanifestatie van de Poëziemarathon op Gedichtendag wordt 31 januari gehouden in het Grand Theatre in Groningen met o.a. Driek van Wissen, Rob Schouten, Neeltje Maria Min, Ivo de Wijs en Tsjêbbe Hettinga. Presentatie: Tjitse Hofman. Aanvang 20.30 uur, entree €7,50.