Alle applaus is tot nader order uitgesteld
27-9-07
Deelnemers aan De Zeuvendaagse op de rand van het perron in Kamp Westerbork.
Zeven dagen wandelt een groep schrijvers door Drenthe. Ze bezoeken plekken die een rol hebben gespeeld in de literaire geschiedenis en kijken hoe met het landschap wordt omgesprongen. De vijfde etappe van De Zeuvendaagse voerde van Hooghalen naar Lhee.
Daar zitten we dan, op de rand van wat eens het perron was, een plek die ‘Rampe’ wordt genoemd. Het is de vijfde dag van De Zeuvendaagse en we zijn in Kamp Westerbork, waar alles in het teken staat van pijnlijke herinneringen.
Vanmorgen heeft directeur Dirk Mulder over het gedicht Westerbork van Muus Jacobse uit 1943 verteld, de allereerste tekst waarin ervaringen van de wachtende Joden literair zijn verwoord. Het kinderboek Sterrekinderen (1946) van Clara Asscher Pinkhof kwam ter sprake, De nacht der Girondijnen (1957) van Jacques Presser en de poëzie van Saul van Messel.
Mulder wil de verhalen en gedichten die leden van De Zeuvendaagse over Kamp Westerbork schrijven, gebruiken voor de Holocaustherdenking in januari. Egbert Meijers heeft zijn tekst al klaar. Hij schreef een lied over bomen gepland in 1939, toen de oorlog nog moest beginnen: ‘Beste boom ok jij was jong/ een belofte met ’n stark gestel/ wus jij wel, van wat hier toen gebeurde/ hier, in de trechter van de hel’.
Christel Tijenk van de educatieve dienst leidt ons rond. Bij de zwerfsteen met dichtregels van Jan Campert hebben Kasper Peters en Bart FM Droog uit het hoofd Het lied der achttien dooden voorgedragen. We stonden stil bij het Sobibor-monument van Jules Schelvis en bij het huis van kampcommandant Gemmeker. Op de vroegere appèlplaats probeerden we steentjes te tellen.
Maar nu zitten we op de rand van het perron waar 102.000 mensen in veewagons zijn afgevoerd. Op de plek waar ooit rails lag, leest Marga Kool een verhaal voor over hoe ze met Jaap Meijer en zijn vrouw Lies door Drenthe en Groningen reisde. Twee overlevenden op zoek naar joodse sporen. Een echtpaar vol vragen, haat en rancune, zo in elkaar vervlochten dat ze hun oudste zoon - Ischa - zijn kwijtgeraakt.
Als Kool haar verhaal besluit met een beeld van vergeelde foto’s uit een blik in een schuurtje in Winschoten blijf het beklemmende stil op het perron achter. Herinneringen aan een vernietigd gezin. Alle applaus is tot nader order uitgesteld.
Voor meer Zeuvendaagse zie ook het weblog van deelnemer Bart FM Droog.