In de negentiende eeuw raakte Drenthe en vogue bij kunstschilders uit binnen- en buitenland. De stichting Schilderachtig Drenthe wil dit culturele erfgoed opnieuw onder de aandacht brengen. Te beginnen in 'schildersdorp' Zweeloo.
De wegen in Zweeloo liggen er weer net zo bij als in 1880: stoffig en moeilijk begaanbaar. Maar anders dan toen is de oorzaak nu een teken van vooruitgang. Het dorp is op de schop vanwege een nieuwe riolering en vanwege het 'herstructureren' van de Aalderstroom, een oude beek die weer door het Zuidoost-Drentse landschap moet meanderen.
De dorpelingen laten het ongemak gelaten over zich heen komen, maar de stichting Schilderachtig Drenthe is hoogst ongelukkig met de werkzaamheden. Zweeloo had er juist nu vredig en netjes moeten bijliggen. Al was het alleen maar vanwege de schilderijententoonstelling in het plaatselijke bankgebouw - titel Het was daar heerlijk en onbeduimeld - waarmee de tijdloze pracht van de streek wordt bezongen.
Met maar liefst drie exposities op drie locaties én een volwassen boek - Schilders van Zweeloo door Roel Sanders - probeert Schilderachtig Drenthe het dorp onder de aandacht te brengen van cultuurtoeristen. En als het aan Godelieve van der Heijden van de stichting ligt, is dit nog maar het begin. Haar stichting wil de schilderachtige kant van héél Drenthe promoten, bijvoorbeeld met stukken uit het depot van het Drents Museum.
In datzelfde Drents Museum is op dit moment een tentoonstelling te zien waar de naam Zweeloo regelmatig in opduikt: Max Liebermann en zijn Nederlandse schildersvrienden. Liebermann is een van de vele kunstschilders die het dorp heeft bezocht; hij schilderde er Spielende Kinder (1882), Die Rasenbleiche (1883) en Eva (1883). Vincent van Gogh hoopte tevergeefs hem te ontmoeten en vulde zijn tijd met het tekenen van De kerk van Zweeloo en de appelboomgaard bij het logement Mensingh.
Dat logement bestaat nog steeds, tegenwoordig heet het d'Herbergh van Sweel. Vorig jaar werd het iets te ingrijpend verbouwd, want de eigenaar kwam in geldnood en houdt de deuren gesloten. In het dorp wordt nu verteld dat het verkocht is. Mensingh was een begrip onder kunstschilders, blijkt uit het boek Schilders van Zweeloo waarin Roel Sanders zo'n zestig schilders 'behandelt' die tussen - pakweg - 1770 en 1940 in Zweeloo zijn neergestreken.
De eerste was de pre-romanticus Egbert van Drielst (1745-1818), gevolgd door Jan van Ravenswaay (1789-1869). Van een echte trek naar het dorp was evenwel pas sprake in de tweede helft van de negentiende eeuw. Nadat eerder kunstschilders in Frankrijk, Engeland en Duitsland hun ateliers verlieten om op locatie te schilderen, ontstonden ook in Nederland zogeheten schildersdorpen: Oosterbeek, Katwijk, Laren en Blaricum.
Het bezoek aan Zweeloo, maar ook aan Rolde en Hooghalen, past bij die ontwikkeling. Toch is Roel Sanders terughoudend om Zweeloo een schildersdorp te noemen. Het dorp voldoet niet aan de kunsthistorische definitie. Zo hebben de in Zweeloo geschilderde werken geen ingrijpende invloed op de schilderkunst uitgeoefend en was er geen sprake van een hechte bent waarin ervaringen werden uitgewisseld. Daarbij pikten de schilders tijdens hun bezoek net zo makkelijk andere dorpen in de omgeving mee: Wezup, Aalden, Meppen, Sleen.
Maar Zweeloo was wel favoriet, vooral onder kunstenaars die tegenwoordig tot de Haagse School worden gerekend: Anton Mauve, Willem Roelofs, Alexander Mollinger, Albert Neuhuys, Pieter ter Meulen, Jan Julius van de Sande Bakhuyzen. Die laatste bracht weer de Franse schilder Alphonse Stengelin mee. En zo kon de faam van het dorp ook internationaal groeien.
Wat de kunstenaars bekoorde, laat zich niet lastig raden. De uitstraling sloot (en sluit) perfect aan bij een ideaalbeeld: onbedorven, ingetogen, ontsnapt aan de tijd. Tegelijkertijd was Zweeloo - een belangrijke pleisterplaats op de route tussen Coevorden en Groningen - welvarend, levendig en zelfs bedrijvig. Het dorp telde zeven jaarmarkten en verkocht zichzelf met de leuze 'Wie knollen wil eten, moet de Sweeler markt niet vergeten'.
Getuige de tentoonstelling Schilders van Drenthe is Zweeloo tegenwoordig niet langer the place to be. Leden van het Drents Schildergenootschap reizen net zo makkelijk naar Noordpolderzijl (Herman Kolker), Annen (Geert de Weerd) of het eind van het Oranjekanaal (Mark Lisser). Maar een enkeling daargelaten is hun uitgangspunt hetzelfde als in de negentiende eeuw: een lofzang op de schoonheid van het landschap.
Schilderachtig Zweeloo
Geïnspireerd op de expositie Max Liebermann en zijn Nederlandse schildersvrienden in het Drents Museum toont de stichting Schilderachtig Drenthe drie tentoonstellingen. Schilders van Drenthe laat aan de Hoofdstraat 12 in Zweeloo werk van het Drents Schildersgenootschap zien, Het was daar heerlijk en onbeduimeld toont aan de Markstraat 2 Drents werk van onder meer tijdgenoten van Max Liebermann en Het is het beste slag mensen dat ik ken aan Oud Aalden 11 in Aalden laat de ontwikkeling van Zweeloo zien. Tot en met 17/6, open di t/m zo 13.00 tot 17.00 uur. Het boek Schilders van Zweeloo van Roel Sanders is uitgegeven door de Historische Vereniging Zweeloo (€ 23, 160 blz.). Zie ook www.schilderachtigdrenthe.nl. In galerie Atelier Oude Brink 1 in Meppen is voorts werk te zien van Marijke Kloosterman, Henk Renting en Len Egberts. Ook t/m 17/6.