Een heerlijk avondje met Tommy Wieringa in Grolloo, het dorp van Johan Derksen

1 Tommy Wieringa signeert in Grolloo
In de feestzaal van café Hofsteenge te Grolloo interviewde ik Tommy Wieringa. Aanleiding: de campagne Nederland Leest waarin dit jaar de roman Joe Speedboot centraal staat.

Wieringa was mede dankzij een chauffeur die hem gedurende de campagne door het land vervoert mooi op tijd voor een hernieuwde kennismaking vooraf – we zagen elkaar twee keer eerder. Mijn gezicht was hij niet vergeten, toch hield hij mij aanvankelijk voor een boekhandelaar. Een nieuw toekomstperspectief gloorde.

Het interview daarna verliep soepel, vooral dankzij Wieringa's bereidwilligheid om antwoord te geven op mijn soms brutale en ogenschijnlijk niet ter zake doende vragen. Hij ‘leverde’ zoals dat in bepaalde mediakringen heet.

Het gesprek ging voor de liefhebber onder meer over stijl en compositie. Ik opperde dat Wieringa als schrijver over een herkenbare stijl beschikt, waarin een vleugje pathos ligt opgesloten. Daar keek hij van op. Ik vroeg hem ook waar hij als schrijver meer tevreden mee is, met zijn stilistisch vermogen of zijn vermogen tot compositie. Daar keek hij nog vreemder van op.

Ik wierp hem voor de voeten dat het einde van Joe Speedboot best anders had gekund, bijvoorbeeld door Joe niet te laten terugkeren van zijn shovel-avontuur in Afrika. Dat had de lezer het slot gescheeld waarin P.J. een hoer wordt genoemd.

“Het had niet anders gekund dan zo. Het maakt het verhaal zoals het hoort”, antwoordde hij. “Ik had ergens gelezen over een Kroatische huwelijkspartij waarbij iemand uit vreugde een geweer afschiet waarna een vliegtuig naar beneden komt. Dat heeft mij aangezet tot dit slot. Nee, dit einde is echt heel goed.”

Nadat Wieringa het mogelijk overbodige slot van Joe Speedboot had voorgelezen in de feestzaal van café Hofsteenge concludeerde ik dat hij het leuk vindt om schrijver te zijn. Je straalt het uit, merkte ik op. Een beetje Harry Mulisch-achtig noemde ik het. De zaal reageerde licht geschokt. Wieringa zelf was verrast: “O, ja?”

Ja, zei ik, toevoegend dat Harry Mulisch een groot schrijver was, die in media soms werd weggezet, waardoor het beeld vertroebeld is geraakt. Als ik Mulisch zag, dan dacht ik: Dit is echt een schrijver. Dat denk ik ook bij jou, zei ik tegen Tommy Wieringa. En bij Ilja Leonard Pfeijffer denk ik dat ook.

“Maar die is twee schrijvers”, reageerde Wieringa. Iedereen lachen.

Ben je thuis ook zo, of is dat imago, vroeg ik. “Natuurlijk”, antwoordde Wieringa. “Ik hou heel erg van schrijven. Ik heb nooit iets anders gewild dan schrijver zijn. Ik vind het een fantastisch bestaan. Het is te gek om dingen te verzinnen die er niet waren en er daarna wel zijn en als je geluk hebt resoneren in het hoofd van een ander.”

Hij vertelde dat hij wordt geleid door zoekgedrag. ,,Een schrijver probeert de hele tijd iets nieuws te maken. Elk boek is anders. Ik zou repetitie heel vervelend vinden. Ik wil mezelf niet vervelen en de lezer net zomin. Ik zoek. En steeds weer komt er iets nieuws. Als ik doodga heb ik een volstrekt vervuld bestaan gehad. Alleen maar taal. Een alfabet.”

We kwamen te spreken over autobiografisch schrijven. De eerste twee romans van Wieringa waren nog min of meer autobiografisch. Wat volgde is weliswaar ontleend aan wat hij ziet, denkt en tegenkomt, maar is geen zelfonderzoek. Daarin verschilt hij van veel Nederlandse schrijvers.  

Protect Ukraine“Ik ben aan mijzelf ontsnapt”, reageerde Wieringa. Hij pakte zijn laatste boek erbij, Konvooi, en begon een verduidelijkende passage voor te lezen. Later, thuis, zag ik dat het bladzijde 71 en 72 waren, eindigend met de zin ‘Zo ziet een ontsnapping eruit.’

Het gesprek ging verder, maar uiteindelijk zorgden vragen uit het publiek voor een natuurlijk einde zodat de boekhandelaar in mij kon wijzen op de verkoop door boekhandel Daan Nijman en de mogelijkheid tot signeren.

Terwijl iedereen de benen begon te strekken en zich een rij vormde, iedereen wilde een boek, iedereen wilde een handtekening, schoot mij nog een vraag te binnen. Los van de microfoon vroeg ik waarom hij laatst bij Johan Derksen, René van der Gijp en Wilfred Genee in Vandaag Inside was gaan zitten.

“Ik word al jaren afgezeken door die man die hier woont. Nu was hij poeslief. Het was zowaar een redelijke uitzending”, reageerde Wieringa scherp. “Ik heb daar goeie dingen kunnen zeggen over de Btw-verhoging. Er zit daar een publiek dat je anders nooit bereikt. Je predikt altijd voor eigen parochie. Ik ben dat zo beu. Je moet met iedereen praten.”

Op 27 november bezoekt Tommy Wieringa ter gelegenheid van Nederland Leest de bibliotheek van Diever. 


Nu Jean Pierre Rawie zijn gedichten heeft verzameld, stort hij zich op Dante Alighieri

Jean Pierre Rawie signeert
Naar aanleiding van de publicatie van zijn Verzamelde gedichten, onlangs, en met het oog op zijn komst naar de TaalTheaterNacht in Emmen, komende vrijdag, interviewde ik de dichter en columnist Jean Pierre Rawie.

Tijdens het gesprek memoreerde hij dat mensen een neiging hebben te vragen naar een nieuw boek terwijl ze het oude nog niet eens  gelezen hebben. Aansluitend vertelde Rawie enthousiast over zijn project over Dante Alighieri (1265 – 1321).

“Ik ben voornemens om over twee jaar, als het klaar is en ik dan nog leef, te komen met een heel persoonlijk boek over Dante. Er is over hem ontzettend veel geschreven, toch heb ik een paar dingen waarvan ik denk dat ze nieuw zijn, onder meer zijn voortschrijdend inzicht ten aanzien van homoseksualiteit.

Ik denk dat hij, net als alle jongetjes in die tijd, toen meisjes onbereikbaar waren, het met andere jongetjes deed. Ik meen in De goddelijke komedie een impliciete scene te hebben ontdekt waarin dat voorkomt.

Dante heb ik pas heel laat leren waarderen, zo’n zeven jaar geleden. Nu vind ik het het mooiste wat er ooit is geschreven. Het is onbegrijpelijk dat iemand zonder computer, die als balling opgejaagd door Italië zwierf, zo’n encyclopedische kennis bezat en wist te verwerken – nog los van de grote poëzie die hij schreef.

Hij schrijft heel compact Italiaans. In tegendeel dan wat de leek denkt, is het niet zoetvloeiend. Sommige dingen die hij zegt, hamert hij erin. Ik vind het indrukwekkender dan de bijbel. In de tijd van Dante zeiden de Italianen niet voor niets dat het voor God niet moeilijk was om De Schrift te schrijven. God is almachtig. Maar Dante schreef veel mooier.”

We bespraken nog veel meer. Zie daarvoor Dagblad van het Noorden, later deze week. Na afloop zette Rawie voor mij zijn stempeltje in zijn Verzamelde gedichten.


Westerman, Wieringa, Weeda, Palmen en Pefko komen bij u in de buurt

TaalTheaterNacht
Het wordt een drukke week voor wie in Drenthe schrijvers in het echt wil zien. Het kan zijn dat ik een aankondiging heb gemist, niet alles bereikt mij, maar in ieder geval Tommy Wieringa, Frank Westerman, Connie Palmen, Lise Weeda en David Pefko komen over hun werk vertellen.

Westerman wordt vandaag, 19 november, verwacht in restaurant De Klipper in Zwiggelte. Op uitnodiging van boekhandel Het Logboek en Podia Midden Drenthe zal hij spreken over zijn boek Zeven dieren bijten terug. Aanvang 20.00 uur

Wierenga brengt 20 november een bezoek aan café Hofsteenge te Grolloo. Hij doet dat ter gelegenheid van de leesbevorderingscampagne Nederland Leest op uitnodiging van Biblionet Drenthe en zal het vooral hebben over zijn roman Joe Speedboot. Aanvang 19.30. Op 27 november bezoekt Wieringa de bibliotheek van Diever.

Vrijdag 22 november wordt in de bibliotheek van Emmen de TaalTheaterNacht gehouden met optredens van Connie Palmen, Lisa Weeda, Marga Kool, Jan Veenstra, Herman Sandman en vele anderen. Marijke de Vries leest haar essay Het verdriet van Drenthe voor. Aanvang 19.30 uur. Organisatie is in handen van Stichting Taalpodium Emmen.

Zondag 24 november verwelkomt boekhandel Van der Velde schrijver David Pefko in Assen. Pefko zal geïnterviewd worden over onder meer zijn meest recente roman De gebroeders Maxilari. Aanvang is 14.00 uur.


Pixel Perceptions – waar moet dat heen, hoe zal dat gaan

Noorderlicht Pixel perceptions 1
Het is in meerdere opzichten een voorrecht cultuurjournalist te zijn. Zo mag ik soms ergens naar binnen terwijl de deuren voor anderen nog gesloten zijn.

Vorige maand waren dat die van de Akerk in Groningen waar inmiddels voor iedereen Pixel Perceptions is te zien, een tentoonstelling van platform Noorderlicht over de impact van kunstmatige intelligentie op de beeldcultuur.

Bij mijn bezoek werd ik rondgeleid door Rosa Wevers, een van de samenstellers. Wevers wist veel te vertellen. Nadeel was echter dat nog niet alles van de tentoonstelling in gereedheid was. Er werd druk getimmerd en gedaan, in de kerk waren sommige installaties nog in aanbouw en andere wanden leeg.

Vorige week stapte ik opnieuw de kerk binnen, nu om te zien of het allemaal werkelijk zo interessant en goed was geworden als Wevers mij had doen geloven. Dat bleek inderdaad het geval. Toch bekroop mij al wandelend en kijkend in toenemende mate een ongemakkelijk gevoel.

Noorderlicht Pixel perceptions 2
We leven een maatschappij die uit elkaar knapt van door mensen geproduceerde informatie, zowel tekst als beeld. Polarisatie heet een probleem te zijn, en zal dat zeker blijven als elk individu afzonderlijk wordt gevoed met wisselende verhalen en afbeeldingen waarvan de waarde en betekenis pas na lang denken en interpreteren duidelijk wordt.

Als daar door kunstmatige intelligentie nog meer geproduceerde teksten en beelden bij komen, in een steeds hoger tempo, wordt het nog ingewikkelder om als nieuwsgierig mens een weg te vinden, laat staan ondertussen met elkaar een gesprek te voeren over zaken die we gemeenschappelijk onder ogen hebben gekregen.

Dit tekstje maakt het er ook niet beter op.

Bijgevoegde foto’s laten een werk zien van Kate Crawford en Vladan Joler met de titel Calculating Empires: A Genealogy of Technology and Power, 1500-2025. Het 24 meter visuele manifest, een super infografiek, onderzoekt de evolutie van communicatietechnologieën en opkomst van controlemechanismen in de afgelopen vijfhonderd jaar.


Briesje kondigt najaar in de Nedersaksische letteren aan

1 Roet herfst 2024Dat ik enthousiast lezer ben van (voorheen Drèents) Letterkundig Tiedschrift Roet mag bekend zijn. Dat dit enthousiasme soms wordt gedrukt door het redactionele voorwoord 'Veur de leesder' moet daarbij niet worden vergeten. Het herfstnummer van 2024 begint aldus:

‘De tied vlög veurbij. Veurdaj ’t in de gaoten hebt hej alweer een neie oetgave van Roet in haanden. Het is het harfstnummer van de 46e joargang.’

Ja, dames en heren, dat zijn nog eens binnenkomers. Daar schrikt een lezer van wakker uit zijn zomerslaap.

Wat volgt is een aankondiging van hoogtepunten, die ook al in de inhoudsopgave zijn aangekondigd: twee gedichten van Suze Sanders en twee recensies van in het Nedersaksisch geschreven uitgaven, die eerder zijn besproken in het gezellige tijdschrift Zinnig.

‘Der kan niet genog geschreven worden in de streektaol, maor der kan ok niet genog óver schreven worden’, meldt het Veur de leesder. Zou het? Wat als je niets te melden hebt?

‘Wat opvalt in dizze Roet is het feit dat in verschillende prozateksten geheimzinnige, min of meer surrealistische zaoken veurbij komt. De teksten hebt een hoog mysterieus, zo je wilt magisch-realistisch gehalte. Toeval, of wordt dizze sfeer oproepen deur harfstige umstandigheden, waor verschillende  schrievers vatbaor veur bliekt te wezen? Wij holdt het bij het leste.’

Hou je vast! Het najaar in de Nedersaksische letteren belooft minder dan een briesje. En dan nu de gloedvolle uitsmijter, opdat de winter snel voorbij mag gaan:

‘Wij hebt niet al te veul wark meer in portefeuille, dus wij bint der wies met aj veur het volgende nummer nei wark instuurt. Dat mag in het Nederlands en in verschillende varianten van het Nedersaksisch.’


Is er nog hoop voor Peergroup en Loods13? Er zijn in ieder geval moties

Motie leden Hertzberger en Van Zanten
Zoals eerder gemeld werd maandag in Den Haag vergaderd over de verdeling van cultuursubsidies.

DvhN-collega Arend van Wijngaarden vatte het debat aldus samen: Minister: niet nóg meer cultuurgeld naar regio. Oppositie en Noorden verwijten coalitie 'wel woorden, geen daden'. Elisabeth Post van de Leeuwarder Courant concludeerde iets vergelijkbaars: ‘Cultuurpot Rijk is leeg: niet meer geld naar het Noorden. Minister Eppo Bruins: 'Geen knaken, geen extra taken'. Hanna Hosman van NRC schreef dit: Weinig ruimte in debat Tweede Kamer over cultuurbegroting: ‘Nederland verarmt’.

Ik luisterde maandag met een kwart oor en las ondertussen ter voorbereiding op interviews met Maren Stoffels, Tommy Wieringa, Conny Palmen en Lisa Weeda een flinke stapel boeken. Na afloop van de vergadering telde ik dertien moties die alsnog iets aan het cultuurbeleid van het kabinet met daarin minister Eppo Bruins (NSC) willen veranderen.

Waarom die moties indienen als de uitkomst ervan al vast staat? Doen politieke partijen dat voor de bühne?

Je mag toch aannemen dat partijen na het debat aan het onderhandelen slaan om een meerderheid te verzamelen voor wensen die ze namens hun achterban verwezenlijkt willen zien. Hoe dan ook, komende dinsdag worden die moties in stemming gebracht. Dit zijn, vanuit Noord-Nederland bekeken, in mijn ogen de meeste interessante:

  1. Motie van de leden Rooderkerk (D66) en Mohandis (GroenLinks/PvdA) over onderzoeken hoe een bloeiende culturele sector in heel Nederland geborgd kan worden via een zorgplicht voor cultuur.
  2. Motie van het lid Van Zanten (BBB) over onderzoeken waarom de geografische spreiding van cultuursubsidies over Nederland achterblijft.
  3. Motie van de leden Van der Velde (PVV) en Van Zanten (BBB) over vestiging van culturele instellingen buiten de Randstad aantrekkelijker maken bij de volgende herverdeling van de BIS-middelen.
  4. Motie van de leden Mohandis (D66) en Rooderkerk (GroenLinks/PvdA) over onderzoeken of er een oplossing geboden kan worden voor de 57 organisaties die ondanks een positief advies geen subsidie krijgen. 
  5. Motie van het lid Van der Wal (VVD) c.s. over de termijn van de culturele basisinfrastructuur verlengen naar zes jaar en onderzoeken hoe de aanvraagprocedure vereenvoudigd kan worden.
  6. Motie van het lid Beckerman (SP) over onderzoek naar de effecten van korting op het Gemeentefonds en verhoging van de btw voor de kunst en cultuur voor armere gemeenten en lagere inkomens.

Bij het 100-jarig bestaan van de Sint Willehaduskerk in Emmer-Compascuum

4 100 jaar Willehadus Kerk
Bijna anderhalf jaar geleden plaatste ik hier een bericht onder de kop ‘Wat te doen met Sint Willehadus’. Aanleiding was de ‘vondst’ van een houten paneel met een knap gesneden beeltenis van deze heilige uit de achtste eeuw.

Zaterdag reisde ik met mijn bewonderenswaardige levensgezel af naar de Sint Willehaduskerk in Emmer-Compascuum om aldaar een feest bij te wonen ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van voornoemde kerk. Op het programma stonden een eucharistieviering, de presentatie van een brievenboek (zie foto hieronder) en de onthulling van ‘ons’ paneel in het voorportaal van de kerk (zie foto onderaan).

Het was lang geleden dat ik een complete mis had bijgewoond, maar de liederen en gebeden bleken nog in mij te leven. Naarmate de dienst vorderde kwamen ze steeds meer omhoog. Op het laatst deed ik bijna volop mee en mocht ik van mijzelf als beloning ter communie.

100 jaar Willehadus-kerk Emmer Compascuum
Pastoor Peter Wellen had de leiding, als vervanger van de bisschop die enige tijd geleden door de paus naar naar Roermond is gestuurd. Vanwege het 100-jarig bestaan van het gebouw ging de preek van Wellen, kind van de streek, vooral over de kerk als gebouw en gemeenschap.

We werden ‘levende stenen’ genoemd die ‘rusten op een stevig fundament van Gods blijde boodschap met Jezus Christus als zijn leidsman’. Ook waren er verwijzingen naar Petrus, stichter van de oer-kerk en uiteraard naar Willehadus.

Tot mijn verrassing bleek er een Willehad-lied te bestaan. Het plaatselijke koor zong het op de wijze van Blowin’ in the wind, dat begin jaren zestig is geschreven door Bob Dylan. Het slotcouplet gaat aldus:

‘God zegene rijk’lijk uw werk in dit land/ beloonde uw moeizame strijd/ Hij weerde de vijand op wondere wijs/ dan werd Ge tot bisschip gewijd/ Werd Bremen in Duitsland de stad van uw keus/ daar rust Ge in heilige vree/ En van onze kerk zijn Gij nu de patroon/ o deel uw bescherming ons mee’.

Van het gebruik van het woord ‘vijand’ keek ik ietwat vreemd op. Bij mijn weten was Willehadus erop uitgestuurd om in deze contreien de heidenen te bekeren – wij, onwetenden. Zodat de Frankische heerser Karel de Grote ‘ons’ daarna makkelijker kon besturen en uiteindelijk de vrije Saksen in het gareel kreeg. 

Kerk en politiek zijn niet altijd gescheiden geweest. Maar om je voorouders vijanden te noemen, omdat ze anders dachten en voelden, dat gaat wel erg ver. 

Net zoals vroeger raakte ik ontroerd door de voorbeden, vermoedelijk omdat ze plaatselijk zijn en gericht aan mensen uit de buurt die onlangs uit de tijd zijn gekomen, maar nog niet vergeten: Rieks Schulte en Greetje Schulte-Heller, Theo Deddens, overleden familie Herbers Ellermann, Bé Möller en Rie Möller-Boerland, Gerrit Wolthuis en Maria Wilhelmina Wolthuis-Weghorst, Renk Kuper, Hennie en Riet Deiman-Dekkers, Taeke Graafsma en Henk Zwart.

Ook fijn, de mededelingen aan het eind: ‘Dinsdagavond 11 november komt mevrouw Jo Bosch uit Ter Apel in het parochiehuis vertellen over haar ervaringen als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand’. 

Ons paneel heeft een mooie plek gekregen.

3 100 jaar Willehadus-kerk Emmer Compascuum
 


Drenthe vraagt in Den Haag om meer rijksgeld voor cultuur en redding van Peergroup en Loods13

Verdeling rijksgelden cultuur
Vandaag, maandag 11 november, wordt door een commissie van de Tweede Kamer in Den Haag vergaderd over de begroting van het ministerie voor onderwijs, cultuur en wetenschap. Bestuurders uit Drenthe grijpen de vergadering aan om aandacht te vragen voor de in hun ogen scheve verdeling van rijksgelden voor cultuur.

De Vereniging van Drentse Gemeenten verstuurde zondagmorgen een persbericht waarin een lobby werd aangekondigd door de wethouders cultuur Albert Haar van de gemeente De Wolden en Bert Jan ten Oever van gemeente Assen. “Want ‘een kloof tussen Randstad en regio dicht je niet met woorden maar met daden”, aldus cultuurwethouder Haar.

Hieronder een paar citaten uit het persbericht:

“De ongelijke verdeling, geografisch gezien, van rijksmiddelen voor cultuur in Nederland, zo’n 250 miljoen, baart grote zorgen. Gemiddeld is er slechts 3 euro per inwoner van Drenthe beschikbaar voor cultuur, terwijl in Noord-Holland dat bedrag 72 euro per inwoner bedraagt. Dit is een schril contrast en doet geen recht aan de culturele rijkdom die we hier in de regio hebben.

Enkele belangrijke instellingen voor Drenthe dreigen nu te verdwijnen door het beperkte budget of een kritische beoordeling bij het Fonds Cultuurparticipatie en Fonds Podiumkunsten. Het gaat hierbij om twee instellingen: Loods 13 en de Peergroup. Wanneer deze instellingen wegvallen doordat zij geen rijkssubsidie meer ontvangen, is dit van grote invloed op de Drentse culturele infrastructuur.

De gevolgen zijn veel groter dan in een dichtbevolkte regio, waar het wegvallen van een subsidie geen bedreiging is voor het grotere geheel. Voor Drenthe is dit wel het geval, omdat de culturele infrastructuur al zo dun is. De gevolgen zetten zich negatief door op andere terreinen: talentontwikkeling van jongeren, amateurtoneel, bewonersparticipatie en het vermarkten van de regio.”

Bijgevoegd kaartje is verspreid door Dirk Bruinsma, artistiek leider van Peergroup. Hier worden weer andere bedragen genoemd, maar de verschillen zijn er niet minder om. Zie verder ook dit bericht over de spreiding van cultuurgelden, door mij in een mismoedige bui geschreven na de bekendmaking van de subsidieverdeling door de grote cultuurfondsen en de Raad voor Cultuur eerder dit jaar.


Nog een vergeten land art-werk in Emmen

3 Landart Phileas Foggstraat Rondweg Bargermeer Zuid
De immer oplettende journalist Rien Kort berichtte onlangs via RTV Drenthe over een vergeten land art-werk in Emmen: De aarzeling tussen water en aarde van de Zwitserse landschapskunstenaar Georges Descombes uit 1994. 

Het kunstwerk bestaat uit twaalf kleine landtongen langs de Veldhuizenwijk tussen de kanobaan en de Grote Rietplas. (Links op de foto onder deze alinea, de grotere landtongen vormen Parc Sandur.) Als je het niet weet, zie je het kunstwerk ter plekke niet, ook omdat het door planten- en bomengroei in de loop der jaren overwoekerd is geraakt. Zie ook dit bericht hier.

1 De aarzeling tussen water en aarde (1994) Georges Descombes
De vondst van Rien Kort deed mij denken aan een ander vergeten land art-werk in Emmen. Het bevindt zich op industrieterrein Bargermeer-Zuid in de hoek tussen de Rondweg en Phileas Foggstraat (bovenste foto). Het is zo in de vergetelheid geraakt dat ik de naam noch maker ken, en ook van het ontstaan niets afweet. En dan is het lastig zoeken.

Merkwaardig is dat dit kunstwerk wel goed is onderhouden. Zie onderstaande foto’s. Wie meer weet, mag zich melden.

6 Landart Phileas Foggstraat Rondweg Bargermeer Zuid

4 Landart Phileas Foggstraat Rondweg Bargermeer Zuid