Bij een interview met Klaas Koops over zijn cancel-roman ‘Zo ben je niet’

1 Klaas Koops Schipborg
Ik interviewde Klaas Koops over Zo ben jij niet, een roman waarin directievoorzitter Martijn Bontekoning in ongenade valt bij de ondernemingsraad en raad van commissarissen van een grote woningcorporatie. Als zijn vertrekregeling op straat komt te liggen, volgen er Kamervragen en wordt hij in de media weggezet als graaier.

Zo ben jij niet is geschreven om aandacht te vragen voor de afrekencultuur waarbij mensen worden geboycot, genegeerd of in diskrediet gebracht. Wie het archief van Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant raadpleegt, kan concluderen dat Koops iets dergelijks is overkomen toen hij bij het Friesland College werkte.

Het interview staat, deo volente, dinsdag in de krant. Met een slotalinea waarin Koops het volgende zegt:

“Als mijn vertrekregeling destijds niet op straat was beland, had niemand moeilijk gedaan: de media niet, de Tweede Kamer niet, de raad van commissarissen niet. En ik ook niet, want ik mocht er niets over zeggen. Het gaat mij niet om eerherstel, het gaat mij erom de gevolgen van cancelen bloot te leggen. Waar ik mij ten principale kapot aan erger is het veroordelen van mensen zonder de feiten te kennen. Iedereen maakt zich er schuldig aan. Maar de intentie om het te voorkomen verdient aandacht. Die geef ik met dit boek.”


De nieuwe Jan Glas lezen

Wat ben jij nou aan het doen?

– Ik lees. Een goed verhaal, de nieuwe dichtbundel van Jan Glas.

Moet dat nu? We hebben gisteravond samen nog een lijst gemaakt met dingen die vandaag gedaan moeten worden. Jij zou de buitenlamp repareren, de goten moeten schoon, het mos tussen de tegels vandaan gehaald. Jij zou de lege flessen wegbrengen. Weet je het nog wel? Maak jezelf eens nuttig.

– Ja ja.

Al dat gelees. Het is zaterdag. Het leven telt meer dan letters. Is het voor je werk?

– Misschien. Als ik er iets over zou kunnen vertellen. ‘Jan Glas heeft een nieuwe dichtbundel. Het is zijn achtste. Opnieuw zeer de moeite waard.’

De moeite waard? Daar zit de lezer op te wachten. Iets wat moeite kost én moeite waard is. Een aanbeveling van niks. En dat dan een recensie noemen. Waarom is het de moeite waard, dát willen mensen weten. What's in it for me? Weet je dat ik nog nooit een boek heb gekocht op basis van een recensie. Ik ken niemand die dat wel heeft gedaan. Til je benen even op, dan kan ik daar even stofzuigen.

(…)

Ook weer klaar. Nu nog even de vaatwasser uitruimen. Dat zou jij doen volgens mij. En daarna de boodschappen. Ik heb al een briefje gemaakt. Vergeet de flessen niet.

– Mag ik iets voorlezen?

Toe maar. Even dan.

1 Jan Glas De titel geeft het gedicht niet weg

Ja, leuk. Kattenbrokjes, die moeten we ook nog.


(Slechts) tien juweeltjes van Drenthe Toen en een gratis kaart van papier

1 Juweeltjes Drenthe Toen
Vanwege de Maand van de Geschiedenis aangetroffen in een hoekje bij de uitleenmachine in de bibliotheek alhier: Juweeltjes in Drenthe Toen, kaart van Drenthe met luisterplekken. Het gaat hier om een verwezenlijkte wens van Bond Heemschut.

De club die over ons erfgoed waakt heeft RTV Drenthe overgehaald onderdelen van het radioprogramma Drenthe Toen op een afwijkende manier voor het publiek te ontsluiten: gratis papier met qr-codes. Die codes leiden naar korte reportages waarin radiomaker Lydia Tuinman op locatie een of meer kenners aan het woord laat over een historisch interessante plek in Drenthe.

Op de website van de regionale omroep lees ik er meer over:

"Dat je via je smartphone kunt luisteren naar onze toelichting terwijl je ter plekke de situatie in ogenschouw neemt", aldus voorzitter Frans Schouten van Heemschut Drenthe. "Dat is heel modern maar toch heb je zo'n fijne, papieren kaart in handen!"

Dat zegt Frans heel mooi, en is vast herkenbaar voor mensen voor wie de voortgang soms iets te snel gaat.

Tien plekken worden op de kaart uitgelicht: Havezathe Mensinge in Roden, de kazerne in Assen, de Pancratiuskerk in Diever, landgoed Oldengaarde in Dwingeloo, de Clemenskerk in Havelte, het kerkje van Kolderveen, de Joodse wijk in Meppel, het gemeentehuis van Hoogeveen, de Kerkstraat in Coevorden en het Raadhuisplein in Emmen.

Inderdaad, geen plekken in de gemeenten De Wolden, Midden-Drenthe, Aa en Hunze en Tynaarlo. Eerst maar eens luisteren naar wat wel aan de orde komt. En naar het radioprogramma Drenthe Toen.


De Literaire Hemel opent voor Evert Hartman, de ‘patafysica van Matthijs van Boxsel en dichter Sasja Janssen

Sasja Janssen Foto Bianca Sistermans
Dertig jaar geleden overleed in Hoogeveen schrijver Evert Hartman. Hij werd slechts 56 jaar. Komende vrijdag wordt hij herdacht in De Literaire Hemel.

Mede ter gelegenheid van de Kinderboekenweek ging presentator en Hemel-interviewer Annette Timmer op zoek naar mensen met herinneringen aan Hartman. Zijn jeugdboeken waren ooit zeer populair bij jonge lezers en werden verschillende malen bekroond.

Ze vond er twee: Theo Hartman, de oudste zoon van de schrijver, en Michiel van Meeteren die ooit geen genoeg kon krijgen van de boeken van Hartman. Hoe kijken zij nu aan tegen titels als Oorlog zonder vrienden, Vechten voor overmorgen en De vloek van Polyfemos?

Zoals gebruikelijk bestaat het boekenprogramma in café De Amer uit drie onderdelen. Tweede onderdeel behelst aandacht voor ’patafysica, ook wel bekend als de wetenschap van denkbeeldige oplossingen. Matthijs van Boxsel is dè Nederlandse kenner van dit fenomeen. Hij publiceerde er onlangs Het carnaval van de zijn over.

Het handboek van Van Boxsel vertelt niet alleen over de overrompelende inzichten van de Franse dwarsdenker en schrijver Alfred Jarry  (1873–1907), maar ook welke invloed diens ideeën hebben uitgeoefend op de kunst van de vorige eeuw en hoe zelfs Rutger Kopland door de ’patafysica gefascineerd raakte. 

Derde gast is Sasja Janssen, een dichter die in mei werd onderscheiden met de prestigieuze A.Roland Holstpenning voor haar oeuvre en met felbegeerde Johan Polak Poëzieprijs (50.000 euro) voor haar bundel Virgula. Eerder dit jaar verscheen haar zesde bundel, Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica.

De Literaire Hemel wordt mede mogelijk gemaakt door Dagblad van het Noorden. De bijeenkomst van vrijdag 11 oktober begint om 20.00 uur. Toegang: € 18,50, inclusief twee consumpties. Kaartverkoop via www.literairehemel.nl


Wat Peter Middendorp vertelde over de toekomst en over Emmen

Interview Peter Middendorp
Sommige mensen willen (nog steeds) weten wat schrijver Peter Middendorp (foto Sophie Room-Schäfer) vertelde tijdens het congres van het Architectuurpunt Drenthe over de toekomst van Emmen, afgelopen vrijdag. Hierbij een zeer korte samenvatting van mijn publieksinterview, want het leven gaat verder waar je bij staat.

Met om te beginnen de onthulling dat Middendorp een gouden toekomst voor Emmen voorziet. De auteur van Vertrouwd voordelig, Je bent van mij en Neven bleek aangeraakt door de geest van Zef Hemel. “Als je nadenkt over de stad van de toekomst, dan is dat een 15 minuten stad”, sprak hij. “Waar je ook bent, jij bent in vijftien minuten waar je wezen moet: zorg, familie, winkels. Alles van waarde is straks dichtbij.”

“De helft van de beroepsbevolking werkt straks thuis,” ging hij verder. “Dat 24 uur per dag heen en weer slepen van spullen en mensen, al dat verkeer, dat is niet de toekomst. De toekomst is groen. Of niet. Je kunt dankzij internet vanuit huis over de hele wereld werken. Je hoeft Emmen helemaal niet meer uit. Emmen is al een 15 minuten stad.”

Het vergezicht dat Emmen ooit zal uitgroeien tot een gemeente met 150.000, misschien wel 200.000 inwoners zag Middendorp niet voor zich. “Groningen gaat naar 230.000 inwoners, daar wordt die stad niet beter van. Het denken in groei en steeds groter, is iets van de jaren negentig, dat is niet meer van nu. Leer klein te denken. De toekomst is klein.”

Toen kwam de vraag wat ervoor nodig is om hem naar Emmen te laten terugkeren. “Niet zo veel. Niks eigenlijk”, reageerde hij. “Ik zou zo in de bungalow van mijn moeder in Bargeres willen wonen. Ik zou hier heel gelukkig zijn. Als ik Sleen ben en ik hoor de jongens op het voetbalveld, of er wordt mij in de supermarkt in Schoonoord verteld waar de macaroni staat, dan voel ik mij al thuis.”

“Als ik alleen was, dan zou ik weer in Emmen gaan wonen. Maar mijn vrouw en kind zijn zo ingeburgerd in Groningen dat ik het niet zie gebeuren. Mijn dochter, ze zit nu op de middelbare school, heeft een Duitse moeder. Als ze gaat studeren, hoop ik voor haar dat het Berlijn wordt. Het is niet de vraag of Peter Middendorp naar Emmen wil komen. De vrouw en dochter, die moeten bewerkt worden. Maar waarom zou je mensen overhalen als ze niet willen?”


Leest ‘Grondsoorten’ van Martha Heesen

1 Grondsoorten (2024) Martha Heesen
Het boek slingerde al een tijdje door de kamer, maar nu ben ik dan echt begonnen met lezen in Grondsoorten van Martha Heesen. Arbeid verplicht, want het verhaal speelt in het een Drents gehucht. Aan mij de taak te achterhalen of er iets lelijks of schoons over het verspreidingsgebied van Dagblad van het Noorden wordt beweerd.

De naam van het gehucht wordt niet genoemd, althans nog niet. Met als gevolg dat ik voortdurend probeer te bedenken waar het zou kunnen spelen. Amen misschien? Mantinge? Lhee? Heesen houdt het knap verborgen. Waarom dan zo nadrukkelijk op de achterflap vermeld dat het hier een Drents gehucht betreft?

In het eerste hoofdstuk voert Heesen een wandelaar op, een van buitenaf. Hij moppert op zijn gastvrouw, die het woord logement niet kent, maar van een ‘bie-en-bie’ spreekt. Hij moppert ook op ‘karakterloze kleine huizen vol karakterloze kleine burgers met hun kleine burgermanstragiekjes’. Lekker is dat. Een zeurzak.

Ergens heeft de man wel gelijk. De bewoners die aan het woord worden gelaten zijn inderdaad stuk voor stuk mensen met een eigen tragiek. Sjouke heeft bijvoorbeeld een ongeluk veroorzaakt met zijn tractor en loopt nu met zijn ziel onder arm. Zijn buren, twee zussen die niet met en zonder elkaar kunnen, kissebissen of ze hem moeten helpen of met rust moeten laten.

‘Duif’ wordt op school gepest, kinderen noemen haar poepchinees – zelf vindt ze het erger dat ze wees is. ‘Goudvis’ is door meerdere vrouwen verlaten en wordt nu ook van zijn paard geworpen. Iris is net in het gehucht komen wonen, in de hoop op een nieuwe start. ‘Niets is af’, schrijft ze even mismoedig als hoopvol in een poging de boel op orde te krijgen.

Die Iris komt mij het meest sympathiek voor in deze kleine roman, die mij aan Onder het melkwoud van Dylan Thomas doet denken. Op bladzijde 103 heeft ze in haar nieuwe huis een boekenkast in elkaar gezet:

‘Met elke verhuizing was het zo gegaan dat ze bij het uitpakken en inruimen van de boeken vond dat een ware schat verzameld had, waar ze trots op was, ook al zag niemand dan zijzelf die schat, en ook al kon ze zich van verreweg de meeste boeken helemaal niets herinneren. Ze zit nu op de grond tussen die schijnbaar chaotische verzameling; ze gaat alles herlezen, neemt ze zich voor, ze heeft hier tenslotte tijd genoeg. Tenzij ze opeens doodgaat natuurlijk.’

Nu weer verder lezen.


Bij een foto van de gasbol van Emmen, bekend als De stip van de Toyisten

1 De Stip Toyisten
Gemeenten hebben een wettelijke taak bij het beschermen van industrieel erfgoed. Volgens de Erfgoedwet en de Omgevingswet zijn gemeenten verantwoordelijk voor het opstellen van een toereikend beschermingsregime voor cultureel erfgoed, waaronder industrieel erfgoed.

Dit betekent dat ze moeten inventariseren welk erfgoed aanwezig is en passende maatregelen moeten nemen om dit te behouden.

De gemeente Emmen heeft een digitale Erfgoedkaart waarop verschillende waardevolle plekken zijn aangegeven, zoals oude boerderijen, molens en historische gebouwen. Deze locaties en objecten zijn belangrijk voor de geschiedenis en cultuur van Emmen en worden daarom zorgvuldig beschermd en onderhouden.


Peter Middendorp terug naar Emmen, wat zou daar voor nodig zijn?

T Appeltje Emmerdennen
Architectuurpunt Drenthe stuurde een uitnodiging voor een dag over ‘de toekomst van Emmen vooral op ruimtelijk gebied’. Met in een moeite door de vraag of ik bij die gelegenheid, 4 oktober, schrijver Peter Middendorp wilde interviewen.

Waarover zou dat interview dan moeten gaan, reageerde ik geïnteresseerd. Daarop werd mij een van zijn geraffineerde columns uit de Volkskrant toegestuurd. Het was de aflevering waarin hij iets had geschreven naar aanleiding van een koninklijk bezoek aan Zeeland toen boeren was gevraagd even geen mest uit te rijden.

Het Architectuurpunt bleek vooral enthousiast over de volgende passage:

‘Bereikbaarheid is iets van vroeger, ouderwets. Nog even en de helft van de beroepsbevolking werkt thuis, en dan zit je daar mooi met je bereikbaarheid opgescheept, met miljoenen in een woestijn van asfalt en steen.

In de regio zijn ze druk met groot gevonden worden, en daardoor vergeten ze weleens dat ze er op een goudmijn zitten, met name in het Noorden. Rust, ruimte, groen en vooral koelte, zijn de schaarse goederen van onze tijd, daar zorgt de opwarming wel voor.’

Mijn contactpersoon bij het punt vergeleek deze woorden met het projectplan dat voor de dag over de toekomst was geschreven en kwam terzake: ‘Het idee is om Peter aan de tand te voelen over wat er zou moeten gebeuren in Emmen om hem te laten terugkeren.’

Peter Middendorp terug naar Emmen, wat zou daar voor nodig zijn? Een voetbalclub op eredivisie-niveau? Een verbouwing van winkelcentrum De Weiert waardoor het Mondriaanplein op de Vismarkt lijkt? Een maandelijkse toelage afkomstig uit het Eric van Oosterhout-fonds voor scheppende kunstenaars? Een ontherseningsmachine zoals ooit bedacht door Alfred Jarry? Een onder architectuur getimmerd schrijfhuisje in de Emmerdennen met zicht op ’t Appeltje? Een sprong terug naar de tijd toen iedereen er nog was?

Vrijdag ga ik het hem vragen in het Atlas theater. 


Groot nieuws voor u: volgend jaar weer Promising Crossroads

1 DeWolff Promising Crossroads
Het is alweer een paar dagen geleden, maar toch gebeurd: festival Promising Crossroads in Assen. Ik was naar DNK gereisd om in het bijzijn van publiek Jan Donkers en Maarten Zwiers te interviewen over hun fascinatie voor de cultuur van de Verenigde Staten en kon daarna dankzij mijn gele polsbandje nog wat van de concerten meepikken.

Zoals van DeWolff, een band waarvan ik met mijn gebrekkige kennis dacht dat het een trio was. In Assen waren ze komen opdagen met een bassist en twee slecht verstaanbare achtergrondzangeres. Jammer? Ach, ik vermaakte mij met zanger-gitarist Pablo van de Poel. Hij viel op door een pose die vanuit de verte gezien aan een televisiedominee deed denken.

Misschien hoort het bij zijn vaste act. Misschien heeft hij het afgekeken van wat hij tijdens recente plaatopnamen in Muscle Shoals, Alabama heeft geleerd. Het kan ook in de mode zijn. Nick Cave maakt naar ik begrijp momenteel ook al furore als preacherman.

Niemand gaat meer naar de kerk, in de concertzalen wordt het hoogste Woord verkondigd. Hallelujah.

Wat ik nog meer zag: Hannah Mae met Rowdy Prins, een zanger-gitarist die zich Christopher Paul Stelling noemt en de Hilde Vos Band. Zangeres Vos maakte zich bij mij geliefd door haar weigering het podium te verlaten. Ze had te weinig speeltijd gekregen, klaagde ze. That’s the spirit, zou een voorman zijn gehoor toekrijsen.

Volgens de organisatie waren zo’n 647 mensen naar DNK gekomen. Prompt maakte diezelfde organisatie bekend dat ze volgend jaar opnieuw een Promising Crossroads willen organiseren. Dan met Ted Nugent? Of valt dat niet onder de Americana?


Een aardappel kopen voor Gooi Maar In M'n Pet

Folkya Gooi Maar In Mijn Pet 2024
Emmen vormde zondag het decor van het Gooi Maar In M'n Pet-festival, een bijna jaarlijks terugkerend muziekevenement in opdracht van de middenstand. Die koopt met het festival twee producten voor de prijs van een. De eerste is het lokken van meer publiek naar de winkels. De tweede ervoor zorgen dat het centrum van Emmen op koopzondagen een meer levendige indruk maakt.

Het aardige van het Gooi Maar In M'n Pet-festival is dat muzikanten niet alleen om de oren van het publiek spelen, maar ook om wat ze in Zuidoost-Drenthe klungelgeld noemen. Dat laatste wordt steeds ingewikkelder.

Ik leverde mijn bijdrage door eerst vijftig euro te pinnen bij het Albert Heijn-filiaal aan de Baander, vervolgens in de winkel een zoete aardappel uit het schap te halen en daarmee naar de laatste kassa te gaan waar je nog met cash kunt betalen.

“Wat voor aardappel is dit”, wilde kassamedewerker weten.

“Een oranje”, antwoordde ik, “die paarse zijn mij vandaag te duur.”

“Heeft u niet kleiner”, vroeg de kassa-medewerker na een blik op mijn briefgeld. “Kunt u misschien pinnen?”

“Nee, sorry”, loog ik. “Kan ik een deel van het te veel betaalde geld in kleinere munten retour krijgen? In euro’s?”

De kassamedewerker werd ietwat ongelukkig van mijn gevraag. Met moeite verzamelde hij het retourbedrag. Tellen is ook niet makkelijk.

“Wilt u de bon mee?”, besloot hij.

We wensten elkaar een fijne dag.

Daarna liep ik met mijn zoete aardappel in de ene hand en een paar muntjes in het andere knuistje naar het Raadhuisplein waar vlak voor het terras van een café een bandje stond te spelen. Don’t you forget about me van Simple Minds herkende ik, maar dan in een folkuitvoering. Op een briefje las ik dat het bandje uit Stadskanaal kwam: Folkya. Ik beloonde dit alles met een euro. Het Gooi Maar In M'n Pet-festival telde dit jaar 35 acts, had ik ergens gelezen.

’s Avonds at ik een eerder op de vrijdagmarkt gekochte bloemkool met groenteburger van de Jumbo. En stukjes rode aardappel. Volgende keer weer een paarse.