Bas Jan Ader kon ook schilderen, en allesbehalve slecht blijkt in de Hamburger Kunsthalle

Zonder titel (1961) Bas Jan Ader
Namens Dagblad van het Noorden bezocht ik de Hamburger Kunsthalle alwaar een grote tentoonstelling is te zien over leven en werk van Bas Jan Ader. Weer thuis schreef ik er een artikel over dat vandaag op papier en online staat en aldus begint:

‘We liepen in Emmen door de Hoofdstraat toen opeens een jongen kwam aanrennen. Vlak voor een hekje maakte hij een sprong om zich daarna ruggelings in een bosje te laten vallen. Iemand riep: ‘Hij wordt gefilmd.’ Even verderop hield inderdaad een andere jongen een smartphone in de lucht. Toen onze verbazing was gezakt, was het duo verdwenen.

Waarom halen mensen een dergelijke stunts uit? Welke gedachte schuilt daar achter? Zou het voor iets op sociale media zijn dat volgers en roem moet opleveren?

Bas Jan Ader liet zich in 1970 van het dak van zijn huis bij Los Angeles vallen. Een jaar later fietste hij in Amsterdam een gracht in. Daarna probeerde hij zich op een winderig straatje in Westkapelle tevergeefs staande te houden. Nog weer later probeerde hij, eveneens in Westkapelle, zo lang mogelijk aan de tak van boom boven water te hangen. Twee minuten hield hij het vol.’

Uiteraard gaat het daarna over het conceptuele werk waarmee Ader in – laten we wel wezen: relatief – kleine kring wereldberoemd is geworden. Maar ook gaat het over een minder bekende kant. Ader begon zoals veel kunstenaars op papier en doek. Daar was hij zelf niet heel tevreden over, en dat is onterecht.

Bijzonder aan de tentoonstelling in Hamburg is onder meer een Groninger landschap dat hij schilderde in 1961, toen hij voor even terug was in Drieborg en in de omgeving landarbeid verrichtte. Het schilderij dat daar uit voort is gekomen liet hij achter in Groningen, want niet goed genoeg, en hing jarenlang op de studentenkamer van broer Erik Ader.


Misleid door een kinderwagen van Andreas Slominski

1 Vogelval 2001 Andreas Slominski
Tijdens Moederdag, afgelopen zondag, was ik niet op bezoek bij mijn moeder, maar vanwege het werk in de Hamburger Kunsthalle. Toen dat werk gedaan was, of althans een belangrijk deel ervan, het schrijven moet nog, ik begin morgen, besloot ik de vaste collectie te bekijken. Als je dan toch in Hamburg bent…

In een van de vele zalen richtte mijn blik zich eerst op schilderijen uit de serie S. mit Kind uit 1995 van Gerhard Richter. Ik heb een zwak voor Richter, helemaal sinds ik jaren geleden een documentaire over hem zag waarin hij zwijgend met opvallend grove middelen aan het werk is in zijn atelier. Wat ik nu zag was teder en verfijnd.

Daarna werd mijn aandacht getrokken door een man in de zaal die een te kleine kinderwagen inspecteerde; later bleek dat de wagen was gemaakt door Andreas Slominski. Zelf had ik het ding van Slominski ook wel gezien, maar in mijn permanente haast en karakteristieke neiging tot oppervlakkigheid had ik verzuimd een blik ín de wagen te werpen.

De zeldzaam grondige manier waarop de man de kinderwagen bekeek, deed vermoeden dat ik het kunstwerk daarmee tekort had gedaan. En inderdaad, toen ik ging kijken wat er zo bijzonder aan was, ontdekte ik dat de wagen zaad bevatte. Het begin van een kind. Maar waar was de moeder?

Uiteindelijk kwam ik erachter dat het helemaal niet om een kinderwagen ging, maar om een door Slominski vermomde vogelval. De kunstwereld is een wonderlijke wereld vol misleiding.


Communicatieadviseur en Statenlid haalt KEIHARD uit naar regionale media

1 Medialogica
Het NOS Journaal bracht woensdag een item over de zoektocht naar een nieuwe paus, ook wel bekend als het conclaaf. De aandacht ging daarbij onder meer uit naar hoe jongeren – Gen Z – dit event volgen en de manier waarop sociale media erover berichten.

Een jonge theoloog merkte op dat aandacht van sociale media de belangstelling voor het katholicisme kan bevorderen zolang die aandacht binnen te perken blijft en er niet de draak mee steekt. Iemand anders sprak het vermoeden uit dat het de mensen en bedrijven van de sociale media lang niet altijd om de inhoud gaat.

‘Degene die post doet dit niet om te informeren, maar om zoveel mogelijk kijkers te generen’, hoorde ik beweren. Ik had de neiging deze spreker gelijk te geven, ook omdat de laatste tijd verontrustende berichten verschijnen over hoe jongeren zich meer en meer laten leiden door sociale media als Instagram en TikTok.

Vraag is hoe de zogeheten mainstream media hiermee omgaan - niet met de zoektocht naar een nieuwe Paus, al is over die aandacht wel iets op te merken, maar met het bereiken van de beeldschermgeneratie. Hoe proberen, bijvoorbeeld, kranten en omroepen jongeren en ouderen te bereiken die voortdurend naar het schermpje van hun telefoon zitten te turen?

Een mogelijk antwoord kwam ik onlangs tegen op de website Spreekbuis.nl waar de hoofdredacteur van omroep Brabant aan het woord werd gelaten over hoe zij erin slagen het publiek te bedienen. Ze doen dat door voortdurend naar schermpjes te turen met data die iets vertellen over wat wel en niet wordt gelezen en bekeken en vervolgens daarnaar te handelen. Lees hier verder.*

Omdat het hier een heikel en actueel onderwerp betreft, verscheen deze week op de website VillaMedia een bijpassend opiniestuk van een communicatieadviseur, die ook statenlid is, waarin de keerzijde van deze technologie gestuurde mediabenadering wordt benoemd. Citaat: “Nieuws moet tegenwoordig vooral vermaken. (…) Het is de logica van clicks en likes: snelheid boven inhoud, sentiment boven nuance.” Lees hier verder.*

*=indien betreffende links naar een muur leiden, mail even.


Kunstenaarscollectief Souza en het maatschappelijk debat over gif in Drenthe

1 40 jaar Souza Grote Kerk Emmen
In de Grote Kerk in Emmen is afgelopen zaterdag Licht op Souza geopend, een tentoonstelling ter viering van het 40-jarig bestaan van kunstenaarscollectief Souza. Veertien kunstenaars laten werk zien, vrijwel allemaal schilderijen.

Ik zou over het belang van Souza voor de vrijetijdsbesteding in het algemeen en de kunsthistorie in het bijzonder een essay kunnen schrijven, maar wil niemands tijd verknoeien. In plaats daarvan kies ik ervoor aandacht te vragen voor het quasi-realistische werk Grenzeloos van Marion Mencke. Vooral omdat het werk inhaakt op de actualiteit en een bijdrage levert aan het maatschappelijk debat.

Terwijl de titel mij raadselachtig voorkomt, lijkt Grenzeloos geïnspireerd op de discussie over het gebruik van gif – ook wel  gewasbeschermingsmiddelen genoemd – voor de teelt van lelies en tulpen in de buurt van Natura 2000-gebieden.

1 Grenzeloos Marion Mencke
Dat het gebruik van gif een problematische zaak is, ook als het gewasbescherming wordt genoemd, is evident. Telers beweren bijvoorbeeld dat het noodzakelijk is, ook voor de economie die alles 'draaiende' houdt. Critici beweren daarentegen dat het tot aantoonbare gezondheidsklachten en een afname van de biodiversiteit leidt.

Hoe dan ook, het zorgt voor verhitte discussies tussen burgers en telers. En dat is nu precies wat Marion Mencke heeft willen  aankaarten, denk ik. Kunst kijken is interpreteren, zeker als je de kunstenaar niet hebt gesproken.  

Ondertussen probeert het provinciebestuur van Drenthe, waar de Boer Burger Beweging de grootste politieke partij is, dit 'conflict' in goede banen te leiden. Daartoe is in Assen, zo lees ik hier, een bollenplan opgesteld met maatregelen die moeten zorgen voor (a) minder milieubelasting en (b) minder juridische procedures tussen voor- en tegenstanders.

Op 24 mei wordt vanuit Assen een Mars tegen het gif gehouden. De tentoonstelling ‘Licht op Souza’ is tot en met 28 juni te zien.


Vertrouwde prijzen, nieuwe namen. Kandidaten gezocht voor de Cultuurfonds Drenthe Prijzen 2025

De Drentse Anjer Prijs 2024 ging naar Koorschool Viva la Musica Zuidwolde
Vorig jaar deed ik rondom deze tijd hier een oproep aan kandidaten zicht te melden voor de Drentse Anjer Prijs en Groene Anjer Prijs, twee onderscheidingen die zijn voortgekomen uit het Prins Bernard Cultuurfonds in Drenthe. Dat fonds is, zoals bekend, van naam veranderd. Met ingang van dit jaar heten de prijzen ook anders: Cultuurfonds Drenthe Cultuurprijs en Cultuurfonds Drenthe Natuurprijs.

De eer is na het winnen niet wezenlijk anders, me dunkt. Hier onder een oproep:

‘Stichtingen of verenigingen die zich op bijzondere wijze inzetten voor de Drentse cultuur of natuur komen in aanmerking voor de nieuwe Cultuurfonds Drenthe Cultuurprijs 2025 en de Cultuurfonds Drenthe Natuurprijs 2025. Deze prijzen worden op 21 november 2025 uitgereikt door Jetta Klijnsma, voorzitter van het Cultuurfonds Drenthe.

Met de uitreiking van de prijzen wil het Cultuurfonds Drenthe de inzet van stichtingen en verenigingen voor de Drentse cultuur én natuur extra onder de aandacht brengen. In deze tijd, waarin er veel veerkracht wordt gevraagd van cultuur- en natuurorganisaties, wil het fonds hun toewijding en de positieve impact op de samenleving graag in het zonnetje zetten.’

Ga voor meer criteria en het voordrachtformulier naar de bijbehorende websites. Aanmelden kan tot 2 juni:

Cultuurfonds Drenthe Cultuurprijs

Cultuurfonds Drenthe Natuurprijs


Een landmijnenjager aangetroffen bij Diep in Villa Lindenhof in Emmen

Mine Kafon Massoud Hassani
In Villa Lindenhof, het tijdelijke onderkomen van Diep, de voortzetting van het Centrum Beeldende Kunst in Emmen (CBK), is eindelijk weer een tentoonstelling te zien. Titel is Hier kom ik weg.

De tentoonstelling laat werk zien van kunstenaars die zich linksom of rechtsom laten inspireren door hun geboortegrond en of -land. Onderliggende vraag is hoe afkomst doorwerkt in wie je bent en wat je doet. Voor Dagblad van het Noorden interviewde ik vier kunstenaars. Zie ook hier.

Graag had ik ook de maker gesproken van een zeer in het oog springend werk op de tentoonstelling: Mine Kafon van Massoud Hassani – maar hij was niet aanwezig. Jammer, maar misschien ook wel begrijpelijk. Hassani is vermoedelijk te druk voor een de opening van een kleine tentoonstelling aan deze kant van het land.

Zijn bijdrage komt neer op het afstaan van een grote bal van plastic en bamboe die, voortgedreven door de wind, landmijnen kan ruimen. Hassani ontwierp het object samen met zijn broer op basis van hun ervaringen als kind in Afghanistan en ontwikkelde het zo'n vijftien jaar geleden verder tijdens een studie aan de Design Academie in Eindhoven.

Het ding won een reeks internationale prijzen en kreeg ook een plek in het Museum voor Modern Art in New York. De ontvangst van de mijnenruimer inspireerde de broers tot het ontwerpen van andere oplossingen die kunnen helpen om landmijn te ruimen, zoals met een onbemand detectiesysteem in de lucht.

Volgens de samenstellers van Hier kom ik weg telt de wereld 110 miljoen landmijnen. Officiële cijfers zijn er niet. Mijnenleggers zijn slechte boekhouders. Jaarlijks veroorzaken ze vele duizenden slachtoffers.


Ze kunnen ’t niet laten. Museale tentoonstelling over piratenmuziek in Drenthe

1 Donders Dikke Plaoten
Met de tentoonstelling Donders dikke plaoten staat het Drents Museum als eerste museum in Nederland stil bij de piratencultuur.

Laat de term piratenmuziek vallen en de gedachten dwalen af naar een plakkerig glas bier waaruit het schuim is verdwenen en makkelijk meezingbare Nederlandstalige liedjes die via legale en illegale zenders de wereld in worden gestuurd: Adé, m’n kleine Paloma, We kunnen ’t niet laten, Blauwe korenbloemen, Ga maar weg, Met de vlam in de pijp. Wekelijks vermaken duizenden mensen zich ermee in feesttenten, kantines en keten, vooral in Noordoost-Nederland.

Drenthe neemt binnen deze cultuur een bijzondere plaats in. Al vele decennia zijn in de provincie zenders actief die een groot maar niet te groot publiek proberen bereiken, helemaal sinds ze de ether hebben verruild voor het internet. Al jaren brengt Drenthe selfmade muzikanten voort die met hun piratenhits de handjes in de lucht doen gaan. En nu allemaal!

Toch mag het bijzonder heten dat het Drents Museum met Donders dikke plaoten als eerste in Nederland een museale tentoonstelling laat zien over de piratencultuur. Drenthe heeft zich, mede met hulp van het Drents Museum, tot dusver altijd verkocht als de bluesprovincie van Harry ’Cuby’ Muskee. Komt bij dat volgens kenners de kiem van de piratencultuur in Overijssel moet worden gezocht.

Er bestaan foto’s uit de jaren dertig waarop is te zien hoe mensen uit de buurt van Almelo met rieken en stokken opsporingsambtenaren en veldwachters proberen te verhinderen een illegale zender uit de lucht te halen. Er zijn verhalen dat die zenders vooral beluisterd werden door Twentse arbeiders die zich niet gehoord en bediend voelden door de landelijke omroepen.

Voor het verhaal achter de piratencultuur maakt het weinig uit. Al kwam het in Drenthe, Groningen, Friesland, Gelderland, Limburg en Noord-Brabant iets later op gang, het gevoel van miskenning was er destijds niet minder om. In alle genoemde provincies bleek de afstand tot Hilversum – lees: de Randstad – een voedingsbodem voor noodgedwongen zelfredzaamheid. Dan maar zelf een zender bouwen. Dan maar zelf muziek maken.

Johnny Hoes
Vanaf 1963 werd die muziek voornamelijk opgenomen en uitgebracht in Weert, in de Telstar Studio van Johnny Hoes, een uit Rotterdam afkomstige, maar in Limburg neergestreken zanger en liedjesschrijver. Die voor zijn vaak op Duitse schlagers geïnspireerde Nederlandstalige nummers geen voet tussen de deur kreeg in Hilversum. Daar werd het geld in toenemende mate verdiend met Engelstalige pop- en rockmuziek.

De piratencultuur is een fascinerende tegencultuur waar tot op heden nauwelijks serieus onderzoek naar is gedaan. Zodat het bijvoorbeeld gissen is waarom de piratenmuziek in steden minder wordt omarmd dan in dorpen, waarom het meer tot bloei komt op het veen dan op het zand. Het zou te maken kunnen hebben met de afwezigheid van andersoortig vertier en gesubsidieerde podia, met liefde ook voor andere esthetiek.

Donders dikke plaoten is geen grote tentoonstelling. In een zaal en drie kabinetten wordt een geschiedenis verteld die ongeveer honderd jaar omvat. Startpunt is de uitvinding van de radio en de reactie daarop van de Nederlandse overheid om deze nieuwe manier van informatieverspreiding onder controle te krijgen: de vorming van een omroepbestel.

Dat bestel, gebaseerd op ideologische zuilen, staat tot op de dag van vandaag ter discussie. Wat het Drents Museum laat zien, is dat vooral in de Veenkoloniën de afkeer van overheidsbemoeienis groot was – en is. Hoewel tegenwoordig iedereen op internet een zender kan beginnen om muziek te laten horen, bestaat nog steeds de behoefte om het te doen daar waar het niet mag: in de ether op de FM- of AM-band.

In Assen wordt relatief uitvoerig stil gestaan bij het kat- en muisspel tussen piraten en de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI), voorheen het Agentschap Telecom en de uit 1929 stammende Radiocontroledienst (RCD). Het museum doet dit onder meer met een gefilmd interview met een opsporingsambtenaar en foto’s van Ford Transit bestelbusjes met mobiele peilapparatuur.

Het museum schenkt ook aandacht aan ‘muizen’ als Barteld Grofsmid (1937 – 2000), beter bekend als Oompie Koerier. Grofsmid was 36 jaar lang vanuit Groningen actief als illegale zendpiraat en zat daardoor opgeteld drie jaar en vier maanden gevangen in Veenhuizen. Oompie Koerier was tevens actief als zanger, niet zo’n heel beste. In 1981 bracht hij een album uit met onder meer het nummer In Bankenbosch.

Veenhuizen is vaker door piraten bezongen. Sommigen, zoals Jantje Plezier, Alias Berger en Jacky R, lieten zich inspireren door Johnny Cash en diens album Live at San Quentin – Bökkers deden het recentelijk na. ‘Piratenmuziek is de country van Nederland’, zegt zanger René Karst ergens, nu een nationaal fuifnummer, maar ooit een zoete dialectzanger. Artiesten als De Jeventa’s, Piraten Paultje en Het Piratenkind legden met hun ‘hits’ de link tussen de illegale zendpraktijken en de daaruit volgende gevangenisstraf.

Certificaat bij bijschrijving Piratenmuziek
De illegaliteit ligt gevoelig. Op voorspraak van politicus Peter Zwiers en muziekproducer Martin Sterken werd de piratencultuur in 2021 uitgeroepen tot immaterieel cultureel erfgoed, uitgezonderd de geheime zenders, juist dat onderdeel waar de cultuur uit is voortgekomen. Donders dikke plaoten is voor een belangrijk deel gebaseerd op kennis en inspanningen van Zwiers en Sterken. Zij benadrukken liever de sociale waarde.

Legale piraten vervullen die rol niet veel anders dan illegale piraten. In beide gevallen fungeren zenders als bindmiddel in de regio. Bijvoorbeeld door zoveel mogelijk verzoekplaatjes te draaien en lokaal nieuws te verspreiden, door studio’s open te stellen voor ontmoetingen tussen luisteraars en muzikanten, door feesten met liveoptredens te organiseren waar gezelligheid vooropstaat.

Het Drents Museum maakt dit in de grootste zaal van de tentoonstelling inzichtelijk met aandacht voor de grote namen van de Drentse piratencultuur: Henk Wijngaard, Jannes, Monica West, Zusjes De Roo, Het Sneeuwbaltrio en The Evening Stars. Het zijn artiesten met onvergelijkbare muziekcarrières en kwaliteiten. Die ondanks hun beroemdheid geen sterren willen zijn. En juist om die reden extra worden gewaardeerd.

De tentoonstelling ‘Donders dikke plaoten - Piratencultuur in Drenthe’ is tot en met 14 september te zien in het Drents Museum.


Een duimpje voor Hassan Bahara

Uitgescrold Hassan Bahara
Sinds de verschijning van zijn debuutroman Een verhaal uit de stad Damsko uit 2006 hou ik de publicaties in de gaten van Hassan Bahara, tegenwoordig werkzaam als media- en cultuurredacteur van de Volkskrant. Afgelopen zaterdag verscheen in die krant een stuk, een essay, van zijn hand over verslaving aan sociale media.

Hieronder een lang citaat, ook omdat ik vermoed dat wat Bahara beschrijft niet alleen voor sociale media, maar voor publiceren in zijn algemeenheid geldt. Wie schrijft, wil gelezen en gewaardeerd worden. Sommigen, onder wie Hassan Bahara, verdienen het ook:

‘Dat is het verslavende van sociale media: plotseling word je gezien, wordt je humor gewaardeerd en wordt de juistheid van je correcte denkbeelden bevestigd. Wie daar een keer van geproefd heeft, wil alleen nog maar meer.

‘Het internet is een gigantische injectiespuit, en de inhoud, inclusief sociale media zoals Meta, zijn psychoactieve drugs’, zei David Greenfield, een Amerikaanse psycholoog gespecialiseerd in internetverslaving, in 2023 in The New York Times over de verslavende werking van sociale media.

De likes en de nieuwe volgers deden mij heerlijk egotrippen. Bluesky en andere socialemediaplatforms zitten vol met die psychoactieve snoepjes, maar waar ze precies zitten en wanneer je er een krijgt toegeworpen is niet altijd duidelijk. En dat is doelbewust zo gedaan door socialemediabedrijven, aldus Greenfeld in The New York Times.

Het werkt een beetje als een gokkast: je gooit er oneindig veel munten in, weet nooit of je beloond zult worden, maar als je de jackpot wint, is het geluksgevoel oneindig en kom je om in het geld.

Bluesky werd voor mij ook een gokkast, eentje waarin ik zo veel mogelijk berichten wierp, erop hopend dat een daarvan mij zou belonen met minstens twintig likes. Het werd de app waar mijn duim altijd boven zweefde, de site die altijd open stond in een van mijn tabbladen, het podium waar een onevenredig deel van mijn aandacht en creativiteit naartoe ging.

Bij veel nieuwsberichten was de automatische gedachte: met welke snedige of slimme opmerking hierover kan ik mijzelf weer in de Bluesky-etalage zetten?

Maar het probleem met pogingen tot gevatheid is dat ze niet altijd werken. Soms valt je grap of ‘scherpe analyse’ in dorre aarde, loopt iedereen er schouderophalend aan voorbij. Op zulke momenten voel je je een podiumartiest die slechts een lauw (of zelfs geen) applaus oogst, en heb je het idee dat je jezelf te grabbel hebt gegooid.

Vervolgens zat ik jaloers te loeren naar berichten die wel veel reacties kregen. Waarom deze wel en die van mij niet?

Hengelen naar bevestiging op sociale media kan onze mentale gezondheid negatief beïnvloeden, leert onderzoek naar de aandachtseconomie van sociale media. Zeker wanneer die bevestiging uitblijft – geen likes, retweets of positief commentaar – kunnen we daarvan hinder ondervinden. Dat blijkt onder meer uit een drietal Amerikaanse onderzoeken die in 2020 onder scholieren werden gehouden. Onvoldoende bevestiging op sociale media ervoeren de jongeren als een heftig moment, met ‘emotioneel lijden’ als gevolg.

Dit leed – verdriet, schaamte, zelftwijfel – kan jongeren vatbaar maken voor een depressie.

Eigenlijk, zo kan ik concluderen na meer dan twintig jaar socialemediagebruik (van Ilse Chat, Mirc Chat, Hyves en Mastodon tot Facebook), bestaan er geen ‘goede’ sociale media.

Ja, op Bluesky kun je de racisten en complotdenkers iets makkelijker ontwijken dan op X of Facebook. Vriendelijk en intelligent contact is er nog altijd mogelijk. Maar voor de verdeling van onze aandacht en geestelijke gezondheid betekent het platform uiteindelijk niet veel goeds.

Het opent vooral de sluizen voor onze minder goede eigenschappen, zoals ijdelheid, statusangst en verslavingsgevoeligheid: als je eenmaal een like hebt ontvangen kun je niet meer zonder, je wilt volgers, je wilt eindeloos scrollen langs scherpe en geestige reacties op het nieuws, je wilt verzuipen in memes en kattenfilmpjes, net zo lang tot je brein is ‘platgewalst tot een grijze brij van informatie, niets valt meer op’.


Johannes 13: 1 - 16

Voetwassing van Petrus (ca 1610) Adriaen Collaert
En voor het feest van het pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde.

En als het avondmaal gedaan was, toen nu de duivel in het hart van Judas, Simons zoon, Iskariot, gegeven had, dat hij Hem verraden zou,

Jezus, wetende, dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had, en dat Hij van God uitgegaan was, en tot God heenging,

Stond op van het avondmaal, en legde Zijn klederen af, en nemende een linnen doek, omgordde Zichzelven.

Daarna goot Hij water in het bekken, en begon de voeten der discipelen te wassen, en af te drogen met den linnen doek, waarmede Hij omgord was.

Hij dan kwam tot Simon Petrus; en die zeide tot Hem: Heere, zult Gij mij de voeten wassen?

Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan.

Petrus zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid! Jezus antwoordde hem: Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij.

Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd.

Jezus zeide tot hem: Die gewassen is, heeft niet van node, dan de voeten te wassen, maar is geheel rein. En gijlieden zijt rein, doch niet allen.

Want Hij wist, wie Hem verraden zou; daarom zeide Hij: Gij zijt niet allen rein.

Als Hij dan hun voeten gewassen, en Zijn klederen genomen had, zat Hij wederom aan, en zeide tot hen: Verstaat gij, wat Ik ulieden gedaan heb?

Gij heet Mij Meester en Heere; en gij zegt wel, want Ik ben het.

Indien dan Ik, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, zo zijt gij ook schuldig, elkanders voeten te wassen.

Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doet.

Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer, noch een gezant meerder, dan die hem gezonden heeft.


Door zichzelf te blijven groeide Jannes de afgelopen 25 jaar uit tot een fenomeen

1 Jannes in gesprek met  DJ Jan Paparazzi
Het ene moment staat hij in Emmen in een voetbalkantine liedjes te zingen van Arne Jansen, nog nat van het douchen na de wedstrijd. Het andere moment wordt hij geacht in Hilversum groot nieuws over zichzelf te onthullen in een tent op de stoep van fusieomroep AVROTROS.

Er zit meer dan een kwart eeuw tussen, toch is het alsof de tijd heeft stilgestaan. ,,Alles wat leuk is vliegt voorbij”, zegt Jannes Scholten als hem wordt gevraagd hoe hij zijn succes als zanger tot dusver ervaart. Het klinkt als een titel van een nieuw liedje, de muziek bedenken we er zelf bij. Dan wordt een grote banner onthuld met een duidelijke mededeling: ‘25 jaar Jannes. Live in Ahoy, 10 oktober 2025.’

Vier maanden moest de zanger het stil houden. Donderdag mocht het dan eindelijk naar buiten. Jannes gaat zijn zilveren jubileum vieren in Rotterdam, op de plek waar hij overigens in 2012 ook al stond. ,,Ik wil iets terug doen voor de mensen die mij al die jaren hebben gesteund”, zegt hij. ,,Ik wil laten zien waar ik voor sta. Ik wil de mensen blij maken.”

Over hoe hij dat gaat aanpakken, doet hij vooralsnog geheimzinnig. ,,In ieder geval komen alle hits voorbij ik de afgelopen jaren heb gemaakt”, belooft de jubilaris. ,,Ik mag het nog niet vertellen, maar er gaat iets gebeuren... Met een hele mooie setting en alles erop en eraan. Nergens wordt op bezuinigd, hoop ik – daar gaan we echt gas voor geven.”

Nadat het nieuws op de wereld is losgelaten, is het in Hilversum tijd voor glaasjes feestbubbels, fijne vleeswaren, kaasproducten en spiesjes. Er is een luxe barbecue opgesteld rond de man die deze krant vertelde verzot te zijn op patat mayo, saté en frikandel. ,,Voor mij is hier ook wel een balletje gehakt, hoor”, stelt hij desgevraagd gerust.

Speciale gasten zijn er nu al. Vooral de afdeling Cruciaal Achter De Schermen is ruim vertegenwoordigd. Martin Sterken loopt rond, de man met wie Jannes zijn eerste muziek heeft opgenomen. Zanger en liedjesschrijver Edwin van Hoevelaak is van de partij. Net als Norus Padidar die samen met Emile Hartkamp aan het nieuwste album werkt.

Wie durft, kan radio-dj Bert Haandrikman aanraken. Wie goede oren heeft, kan voormalig AVROTROS-baas Gerard Baars horen vertellen over de eerste keer dat hij Jannes zag: ,,Een lange man in het zwart, tegen een zwart decor.” De luidruchtige presentator Willie Oosterhuis vertelt dat hij dacht dat het nooit wat met Jannes zou worden: ,,Het is wel leuk, maar vooral voor Drenthe.”

Later kroonde Oosterhuis Jannes tijdens een muziekfeest in Almelo tot ‘Koning der Piraten’. De man achter de Mega Piraten Festijnen zocht een aanvoerder voor het groeiende leger artiesten dat legale en illegale radiozenders in Noordoost-Nederland populair werd gemaakt. Een nieuw tijdperk voor het Nederlandstalige lied brak aan.

Dat was in 2006. Twee jaar eerder, in 2004 zat heel Nederland – teken aan de wand – huilend voor de televisie tijdens de uitvaart van André Hazes. Twee jaar daarvoor, in 2002, vestigde Jannes met hulp van Klaas Prent uit Ruinen zijn naam met de single Ga maar weg . ,,Ik dacht dat ik een eendagsvlieg was. Ik dacht: Dit is het, nu ben ik klaar”, blikt de zanger terug die zelfs koning Willem Alexander tot zijn fans mag rekenen.

Voor meer verdieping en achtergronden blijkt de stoep van AVROTROS ongeschikt – bezoek daarvoor in het Drents Museum de tentoonstelling Donders dikke plaoten over zendpiraten en piratenartiesten. Wat wel kan, is vragen hoe Jannes erin is geslaagd het al ruim 25 jaar leuk te houden. ,,Door vooral mezelf te blijven, door in mijzelf te geloven”, antwoordt hij. ,,En met dank aan mijn gezin.”

Verstandige vent, die Jannes.