Ze kunnen ’t niet laten. Museale tentoonstelling over piratenmuziek in Drenthe

1 Donders Dikke Plaoten
Met de tentoonstelling Donders dikke plaoten staat het Drents Museum als eerste museum in Nederland stil bij de piratencultuur.

Laat de term piratenmuziek vallen en de gedachten dwalen af naar een plakkerig glas bier waaruit het schuim is verdwenen en makkelijk meezingbare Nederlandstalige liedjes die via legale en illegale zenders de wereld in worden gestuurd: Adé, m’n kleine Paloma, We kunnen ’t niet laten, Blauwe korenbloemen, Ga maar weg, Met de vlam in de pijp. Wekelijks vermaken duizenden mensen zich ermee in feesttenten, kantines en keten, vooral in Noordoost-Nederland.

Drenthe neemt binnen deze cultuur een bijzondere plaats in. Al vele decennia zijn in de provincie zenders actief die een groot maar niet te groot publiek proberen bereiken, helemaal sinds ze de ether hebben verruild voor het internet. Al jaren brengt Drenthe selfmade muzikanten voort die met hun piratenhits de handjes in de lucht doen gaan. En nu allemaal!

Toch mag het bijzonder heten dat het Drents Museum met Donders dikke plaoten als eerste in Nederland een museale tentoonstelling laat zien over de piratencultuur. Drenthe heeft zich, mede met hulp van het Drents Museum, tot dusver altijd verkocht als de bluesprovincie van Harry ’Cuby’ Muskee. Komt bij dat volgens kenners de kiem van de piratencultuur in Overijssel moet worden gezocht.

Er bestaan foto’s uit de jaren dertig waarop is te zien hoe mensen uit de buurt van Almelo met rieken en stokken opsporingsambtenaren en veldwachters proberen te verhinderen een illegale zender uit de lucht te halen. Er zijn verhalen dat die zenders vooral beluisterd werden door Twentse arbeiders die zich niet gehoord en bediend voelden door de landelijke omroepen.

Voor het verhaal achter de piratencultuur maakt het weinig uit. Al kwam het in Drenthe, Groningen, Friesland, Gelderland, Limburg en Noord-Brabant iets later op gang, het gevoel van miskenning was er destijds niet minder om. In alle genoemde provincies bleek de afstand tot Hilversum – lees: de Randstad – een voedingsbodem voor noodgedwongen zelfredzaamheid. Dan maar zelf een zender bouwen. Dan maar zelf muziek maken.

Johnny Hoes
Vanaf 1963 werd die muziek voornamelijk opgenomen en uitgebracht in Weert, in de Telstar Studio van Johnny Hoes, een uit Rotterdam afkomstige, maar in Limburg neergestreken zanger en liedjesschrijver. Die voor zijn vaak op Duitse schlagers geïnspireerde Nederlandstalige nummers geen voet tussen de deur kreeg in Hilversum. Daar werd het geld in toenemende mate verdiend met Engelstalige pop- en rockmuziek.

De piratencultuur is een fascinerende tegencultuur waar tot op heden nauwelijks serieus onderzoek naar is gedaan. Zodat het bijvoorbeeld gissen is waarom de piratenmuziek in steden minder wordt omarmd dan in dorpen, waarom het meer tot bloei komt op het veen dan op het zand. Het zou te maken kunnen hebben met de afwezigheid van andersoortig vertier en gesubsidieerde podia, met liefde ook voor andere esthetiek.

Donders dikke plaoten is geen grote tentoonstelling. In een zaal en drie kabinetten wordt een geschiedenis verteld die ongeveer honderd jaar omvat. Startpunt is de uitvinding van de radio en de reactie daarop van de Nederlandse overheid om deze nieuwe manier van informatieverspreiding onder controle te krijgen: de vorming van een omroepbestel.

Dat bestel, gebaseerd op ideologische zuilen, staat tot op de dag van vandaag ter discussie. Wat het Drents Museum laat zien, is dat vooral in de Veenkoloniën de afkeer van overheidsbemoeienis groot was – en is. Hoewel tegenwoordig iedereen op internet een zender kan beginnen om muziek te laten horen, bestaat nog steeds de behoefte om het te doen daar waar het niet mag: in de ether op de FM- of AM-band.

In Assen wordt relatief uitvoerig stil gestaan bij het kat- en muisspel tussen piraten en de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI), voorheen het Agentschap Telecom en de uit 1929 stammende Radiocontroledienst (RCD). Het museum doet dit onder meer met een gefilmd interview met een opsporingsambtenaar en foto’s van Ford Transit bestelbusjes met mobiele peilapparatuur.

Het museum schenkt ook aandacht aan ‘muizen’ als Barteld Grofsmid (1937 – 2000), beter bekend als Oompie Koerier. Grofsmid was 36 jaar lang vanuit Groningen actief als illegale zendpiraat en zat daardoor opgeteld drie jaar en vier maanden gevangen in Veenhuizen. Oompie Koerier was tevens actief als zanger, niet zo’n heel beste. In 1981 bracht hij een album uit met onder meer het nummer In Bankenbosch.

Veenhuizen is vaker door piraten bezongen. Sommigen, zoals Jantje Plezier, Alias Berger en Jacky R, lieten zich inspireren door Johnny Cash en diens album Live at San Quentin – Bökkers deden het recentelijk na. ‘Piratenmuziek is de country van Nederland’, zegt zanger René Karst ergens, nu een nationaal fuifnummer, maar ooit een zoete dialectzanger. Artiesten als De Jeventa’s, Piraten Paultje en Het Piratenkind legden met hun ‘hits’ de link tussen de illegale zendpraktijken en de daaruit volgende gevangenisstraf.

Certificaat bij bijschrijving Piratenmuziek
De illegaliteit ligt gevoelig. Op voorspraak van politicus Peter Zwiers en muziekproducer Martin Sterken werd de piratencultuur in 2021 uitgeroepen tot immaterieel cultureel erfgoed, uitgezonderd de geheime zenders, juist dat onderdeel waar de cultuur uit is voortgekomen. Donders dikke plaoten is voor een belangrijk deel gebaseerd op kennis en inspanningen van Zwiers en Sterken. Zij benadrukken liever de sociale waarde.

Legale piraten vervullen die rol niet veel anders dan illegale piraten. In beide gevallen fungeren zenders als bindmiddel in de regio. Bijvoorbeeld door zoveel mogelijk verzoekplaatjes te draaien en lokaal nieuws te verspreiden, door studio’s open te stellen voor ontmoetingen tussen luisteraars en muzikanten, door feesten met liveoptredens te organiseren waar gezelligheid vooropstaat.

Het Drents Museum maakt dit in de grootste zaal van de tentoonstelling inzichtelijk met aandacht voor de grote namen van de Drentse piratencultuur: Henk Wijngaard, Jannes, Monica West, Zusjes De Roo, Het Sneeuwbaltrio en The Evening Stars. Het zijn artiesten met onvergelijkbare muziekcarrières en kwaliteiten. Die ondanks hun beroemdheid geen sterren willen zijn. En juist om die reden extra worden gewaardeerd.

De tentoonstelling ‘Donders dikke plaoten - Piratencultuur in Drenthe’ is tot en met 14 september te zien in het Drents Museum.


Een duimpje voor Hassan Bahara

Uitgescrold Hassan Bahara
Sinds de verschijning van zijn debuutroman Een verhaal uit de stad Damsko uit 2006 hou ik de publicaties in de gaten van Hassan Bahara, tegenwoordig werkzaam als media- en cultuurredacteur van de Volkskrant. Afgelopen zaterdag verscheen in die krant een stuk, een essay, van zijn hand over verslaving aan sociale media.

Hieronder een lang citaat, ook omdat ik vermoed dat wat Bahara beschrijft niet alleen voor sociale media, maar voor publiceren in zijn algemeenheid geldt. Wie schrijft, wil gelezen en gewaardeerd worden. Sommigen, onder wie Hassan Bahara, verdienen het ook:

‘Dat is het verslavende van sociale media: plotseling word je gezien, wordt je humor gewaardeerd en wordt de juistheid van je correcte denkbeelden bevestigd. Wie daar een keer van geproefd heeft, wil alleen nog maar meer.

‘Het internet is een gigantische injectiespuit, en de inhoud, inclusief sociale media zoals Meta, zijn psychoactieve drugs’, zei David Greenfield, een Amerikaanse psycholoog gespecialiseerd in internetverslaving, in 2023 in The New York Times over de verslavende werking van sociale media.

De likes en de nieuwe volgers deden mij heerlijk egotrippen. Bluesky en andere socialemediaplatforms zitten vol met die psychoactieve snoepjes, maar waar ze precies zitten en wanneer je er een krijgt toegeworpen is niet altijd duidelijk. En dat is doelbewust zo gedaan door socialemediabedrijven, aldus Greenfeld in The New York Times.

Het werkt een beetje als een gokkast: je gooit er oneindig veel munten in, weet nooit of je beloond zult worden, maar als je de jackpot wint, is het geluksgevoel oneindig en kom je om in het geld.

Bluesky werd voor mij ook een gokkast, eentje waarin ik zo veel mogelijk berichten wierp, erop hopend dat een daarvan mij zou belonen met minstens twintig likes. Het werd de app waar mijn duim altijd boven zweefde, de site die altijd open stond in een van mijn tabbladen, het podium waar een onevenredig deel van mijn aandacht en creativiteit naartoe ging.

Bij veel nieuwsberichten was de automatische gedachte: met welke snedige of slimme opmerking hierover kan ik mijzelf weer in de Bluesky-etalage zetten?

Maar het probleem met pogingen tot gevatheid is dat ze niet altijd werken. Soms valt je grap of ‘scherpe analyse’ in dorre aarde, loopt iedereen er schouderophalend aan voorbij. Op zulke momenten voel je je een podiumartiest die slechts een lauw (of zelfs geen) applaus oogst, en heb je het idee dat je jezelf te grabbel hebt gegooid.

Vervolgens zat ik jaloers te loeren naar berichten die wel veel reacties kregen. Waarom deze wel en die van mij niet?

Hengelen naar bevestiging op sociale media kan onze mentale gezondheid negatief beïnvloeden, leert onderzoek naar de aandachtseconomie van sociale media. Zeker wanneer die bevestiging uitblijft – geen likes, retweets of positief commentaar – kunnen we daarvan hinder ondervinden. Dat blijkt onder meer uit een drietal Amerikaanse onderzoeken die in 2020 onder scholieren werden gehouden. Onvoldoende bevestiging op sociale media ervoeren de jongeren als een heftig moment, met ‘emotioneel lijden’ als gevolg.

Dit leed – verdriet, schaamte, zelftwijfel – kan jongeren vatbaar maken voor een depressie.

Eigenlijk, zo kan ik concluderen na meer dan twintig jaar socialemediagebruik (van Ilse Chat, Mirc Chat, Hyves en Mastodon tot Facebook), bestaan er geen ‘goede’ sociale media.

Ja, op Bluesky kun je de racisten en complotdenkers iets makkelijker ontwijken dan op X of Facebook. Vriendelijk en intelligent contact is er nog altijd mogelijk. Maar voor de verdeling van onze aandacht en geestelijke gezondheid betekent het platform uiteindelijk niet veel goeds.

Het opent vooral de sluizen voor onze minder goede eigenschappen, zoals ijdelheid, statusangst en verslavingsgevoeligheid: als je eenmaal een like hebt ontvangen kun je niet meer zonder, je wilt volgers, je wilt eindeloos scrollen langs scherpe en geestige reacties op het nieuws, je wilt verzuipen in memes en kattenfilmpjes, net zo lang tot je brein is ‘platgewalst tot een grijze brij van informatie, niets valt meer op’.


Johannes 13: 1 - 16

Voetwassing van Petrus (ca 1610) Adriaen Collaert
En voor het feest van het pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde.

En als het avondmaal gedaan was, toen nu de duivel in het hart van Judas, Simons zoon, Iskariot, gegeven had, dat hij Hem verraden zou,

Jezus, wetende, dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had, en dat Hij van God uitgegaan was, en tot God heenging,

Stond op van het avondmaal, en legde Zijn klederen af, en nemende een linnen doek, omgordde Zichzelven.

Daarna goot Hij water in het bekken, en begon de voeten der discipelen te wassen, en af te drogen met den linnen doek, waarmede Hij omgord was.

Hij dan kwam tot Simon Petrus; en die zeide tot Hem: Heere, zult Gij mij de voeten wassen?

Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan.

Petrus zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid! Jezus antwoordde hem: Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij.

Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd.

Jezus zeide tot hem: Die gewassen is, heeft niet van node, dan de voeten te wassen, maar is geheel rein. En gijlieden zijt rein, doch niet allen.

Want Hij wist, wie Hem verraden zou; daarom zeide Hij: Gij zijt niet allen rein.

Als Hij dan hun voeten gewassen, en Zijn klederen genomen had, zat Hij wederom aan, en zeide tot hen: Verstaat gij, wat Ik ulieden gedaan heb?

Gij heet Mij Meester en Heere; en gij zegt wel, want Ik ben het.

Indien dan Ik, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, zo zijt gij ook schuldig, elkanders voeten te wassen.

Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doet.

Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer, noch een gezant meerder, dan die hem gezonden heeft.


Door zichzelf te blijven groeide Jannes de afgelopen 25 jaar uit tot een fenomeen

1 Jannes in gesprek met  DJ Jan Paparazzi
Het ene moment staat hij in Emmen in een voetbalkantine liedjes te zingen van Arne Jansen, nog nat van het douchen na de wedstrijd. Het andere moment wordt hij geacht in Hilversum groot nieuws over zichzelf te onthullen in een tent op de stoep van fusieomroep AVROTROS.

Er zit meer dan een kwart eeuw tussen, toch is het alsof de tijd heeft stilgestaan. ,,Alles wat leuk is vliegt voorbij”, zegt Jannes Scholten als hem wordt gevraagd hoe hij zijn succes als zanger tot dusver ervaart. Het klinkt als een titel van een nieuw liedje, de muziek bedenken we er zelf bij. Dan wordt een grote banner onthuld met een duidelijke mededeling: ‘25 jaar Jannes. Live in Ahoy, 10 oktober 2025.’

Vier maanden moest de zanger het stil houden. Donderdag mocht het dan eindelijk naar buiten. Jannes gaat zijn zilveren jubileum vieren in Rotterdam, op de plek waar hij overigens in 2012 ook al stond. ,,Ik wil iets terug doen voor de mensen die mij al die jaren hebben gesteund”, zegt hij. ,,Ik wil laten zien waar ik voor sta. Ik wil de mensen blij maken.”

Over hoe hij dat gaat aanpakken, doet hij vooralsnog geheimzinnig. ,,In ieder geval komen alle hits voorbij ik de afgelopen jaren heb gemaakt”, belooft de jubilaris. ,,Ik mag het nog niet vertellen, maar er gaat iets gebeuren... Met een hele mooie setting en alles erop en eraan. Nergens wordt op bezuinigd, hoop ik – daar gaan we echt gas voor geven.”

Nadat het nieuws op de wereld is losgelaten, is het in Hilversum tijd voor glaasjes feestbubbels, fijne vleeswaren, kaasproducten en spiesjes. Er is een luxe barbecue opgesteld rond de man die deze krant vertelde verzot te zijn op patat mayo, saté en frikandel. ,,Voor mij is hier ook wel een balletje gehakt, hoor”, stelt hij desgevraagd gerust.

Speciale gasten zijn er nu al. Vooral de afdeling Cruciaal Achter De Schermen is ruim vertegenwoordigd. Martin Sterken loopt rond, de man met wie Jannes zijn eerste muziek heeft opgenomen. Zanger en liedjesschrijver Edwin van Hoevelaak is van de partij. Net als Norus Padidar die samen met Emile Hartkamp aan het nieuwste album werkt.

Wie durft, kan radio-dj Bert Haandrikman aanraken. Wie goede oren heeft, kan voormalig AVROTROS-baas Gerard Baars horen vertellen over de eerste keer dat hij Jannes zag: ,,Een lange man in het zwart, tegen een zwart decor.” De luidruchtige presentator Willie Oosterhuis vertelt dat hij dacht dat het nooit wat met Jannes zou worden: ,,Het is wel leuk, maar vooral voor Drenthe.”

Later kroonde Oosterhuis Jannes tijdens een muziekfeest in Almelo tot ‘Koning der Piraten’. De man achter de Mega Piraten Festijnen zocht een aanvoerder voor het groeiende leger artiesten dat legale en illegale radiozenders in Noordoost-Nederland populair werd gemaakt. Een nieuw tijdperk voor het Nederlandstalige lied brak aan.

Dat was in 2006. Twee jaar eerder, in 2004 zat heel Nederland – teken aan de wand – huilend voor de televisie tijdens de uitvaart van André Hazes. Twee jaar daarvoor, in 2002, vestigde Jannes met hulp van Klaas Prent uit Ruinen zijn naam met de single Ga maar weg . ,,Ik dacht dat ik een eendagsvlieg was. Ik dacht: Dit is het, nu ben ik klaar”, blikt de zanger terug die zelfs koning Willem Alexander tot zijn fans mag rekenen.

Voor meer verdieping en achtergronden blijkt de stoep van AVROTROS ongeschikt – bezoek daarvoor in het Drents Museum de tentoonstelling Donders dikke plaoten over zendpiraten en piratenartiesten. Wat wel kan, is vragen hoe Jannes erin is geslaagd het al ruim 25 jaar leuk te houden. ,,Door vooral mezelf te blijven, door in mijzelf te geloven”, antwoordt hij. ,,En met dank aan mijn gezin.”

Verstandige vent, die Jannes.


Polenstraat, april

Bevrijding-Emmen-april-1945

Ik denk een kleine tank
achter in de Polenstraat
boven het geschut trilt
lucht onder een zwarte zon

Duiven vouwen hun vleugels
de klok wordt opnieuw gezet
een deur gaat op een kier
ik tel af naar de toekomst

Dan manoeuvreert de tank
en echoot tussen de huizen
het bevrijdend geratel van
eerste rolschaatsen in april


Geen Leonie over Paul Biegel, maar Boris Wanders naar De Literaire Hemel

Boris Wanders Foto Judith Lechner
Anders dan eerder aangekondigd in onder meer Dagblad van het Noorden wordt komende vrijdag in De Literaire Hemel in Amen geen aandacht geschonken aan Paul Biegel. Wegens noodgedwongen afzegging door dochter Leonie Biegel komt Boris Wanders naar café De Amer.

De in Groning woonachtige Wanders,  geboren in Roden en oud-docent Nederlands in Leek, besloot vijf jaar geleden met zijn vrouw Judith Lechner een verzwegen familiegeschiedenis te onderzoeken. Het resulteerde in het boek On/t/schuld met gedichten en foto’s over de doorwerking van het oorlogsverleden.

Boris Wanders’ grootvader wordt na de oorlog opgepakt, omdat hij NSB'er en lid van de hulplandwacht is geweest. De grootvader komt in 1955 vrij en sterft als kleinzoon Boris 11 jaar oud is. Nooit hebben ze elkaar gezien. Thuis werd over de beladen erfenis niet gesproken. Judith Lechner spoorde haar man aan de familiegeschiedenis onder ogen te zien.

Naast het boek  On/t/schuld is er momenteel een tentoonstelling in Gevangenismuseum Veenhuizen over leven met de last van een verzwegen verleden. Veenhuizen is niet toevallig de plek waar de grootvader van Boris Wanders tien jaar vast heeft gezeten na de oorlog.

De Literaire Hemel wordt mede mogelijk gemaakt door Dagblad van het Noorden. Naast Boris Wanders zijn Ellen Krol (Onbevrijd gevoel) en Bert Natter (Aan het einde van de oorlog) te gast in café De Amer in Amen Aanvang: 20.00 uur. Entree: € 18,50, inclusief twee consumpties. Kaartverkoop via www.literairehemel.nl


Hij fluit een liedje boven de weemoed in zijn hart

Bartje 100
Vandaag, dinsdag, staat de honderdste en laatste aflevering in Dagblad van het Noorden van de verstripping van de roman Bartje door scenarist Ahmad Resh en tekenaar Anco Dijkman. Volgende maand verschijnen alle aflevering als graphic novel bij uitgever Personalia. De oorspronkelijke tekst van het slot door schrijver Anne de Vries is hier na te lezen. 


Is onze liefde voor Amerikaanstalige literatuur alweer voorbij? Lange leve de moerstaal?

CPNB-directeur Eveline Aendekerk lacht naar schrijver Gerwin van der Werf
Naar goed hedendaags journalistiek gebruik moet je soms de zaken iets zwaarder aanzetten om aandacht te genereren. Als dat met een vraag gebeurt, of met woorden als ‘lijkt’ of ‘misschien wel’ doet ‘mogelijk’ niemand er moeilijk over.

Eind vorige week, donderdag, maakte de CPNB middels een persbericht bekend dat de 90e Boekenweek met succes is afgesloten. Als hoogtepunt werd terugblikkend een verkoopstijging van vier procent aan Nederlandstalige boeken genoemd met daarin opgenomen een verkoopstijging van 25 procent aan Nederlandstalige fictie.

Dat mag opmerkelijk heten. Nieuws misschien wel. Want de laatste jaren gaan de persberichten van de CPNB gepaard met de verborgen constatering dat de verkoop van Nederlandstalige fictie achteruit kachelt, terwijl die van Engelstalige literatuur ‘in de lift’ zit. (Een lift kan ook omlaag, aldus de vader in Het archief, de roman van Thomas Heerma van Voss.)  

Prompt leidt dat tot krantenstukken over boekhandels die ‘steeds meer jongeren’ over de vloer krijgen, vooral meisjes en jonge vrouwen, voor wie kasten vol young adult-titels zijn neergezet of zelfs nieuwe winkels worden geopend.

De krant van toen, nu nog het gratis toegankelijke archief van Dagblad van het Noorden, Leeuwarder Courant en nog veel meer titels van het Mediahuis-concern, bevat verschillende artikelen met deze strekking. Herhaling is de kracht van reclame. Ik citeer hieronder uit een uit NRC overgenomen stuk dat eind januari in het Friesch Dagblad is gepubliceerd, kort na de bekendmaking van de verkoopcijfers van 2024:

‘Anderstalig, lees: Engelstalig, heeft afgelopen jaar opnieuw terrein gewonnen, blijkt uit de jaarcijfers over de boekenverkoop van stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek (CPNB). Met een stijging van 8 procent van het aantal verkochte boeken is de groei niet zo spectaculair als in coronatijd, maar de opmars zet door. Het totale aandeel van anderstalige boeken stijgt daarmee naar 22 procent.’

Uit cijfers verzameld tijdens de meest recente Boekenweek blijkt dat het segment Anderstalig  slechts met een procent is gestegen. Dat is inderdaad nog steeds een stijging, maar vergeleken met het jaar ervoor een afvlakking. Tijdens de Boekenweek van 2023 steeg het segment  Anderstalig immers met drie procent. Het segment Nederlandstalige scoorde destijds slechts zes procent.

Wat is hier aan de hand? Is hier sprake van het Gerwin van der Werf-effect?

Het is jammer dat ik hem of haar (nog) niet aan het woord heb gehoord en in beeld gezien, maar een beetje duider zou erop kunnen wijzen dat dit alles te maken heeft met de recente gebeurtenissen in de Verenigde Staten. Daar doet president Donald Trump er alles aan om zijn land in het buitenland minder geliefd te maken.

Een beetje duider zou in een moeite door iets kunnen zeggen over de handelsoorlog die er mogelijk voor zorgt dat boeken die in de VS zijn gemaakt en eenmaal per vliegtuig of containerschip in de havens van Rotterdam of Antwerpen arriveren kunnen worden belast met een zeer hoog tarief waardoor ze minder aantrekkelijk worden voor EU-lezers.

Een beetje duider zou erop wijzen dat de Nederlandse doelgroep van Amerikaanstalige literatuur bij uitstek bestaat uit lezers die zeer gevoelig zijn voor mode en trends. Mocht de door sommige andere duiders gesignaleerde cultuuroorlog van de Nieuwe naar de Oude Wereld overslaan zou dit zeer interessante gevolgen kunnen hebben.    

Gevraagd of het inderdaad zo werkt, of het niet logischer is dat Amerikaanstalige boeken vanuit de VS na een druk op de knop via kabels in zee of satellieten in de lucht in de EU belanden waarna ze na een andere toetsbeweging ergens in Tsjechië of Slowakije worden gedrukt en verstuurd, zodat er nauwelijks of geen heffingen aan te pas komen, zou de duider in kwestie kunnen beweren dat er nog heel veel onduidelijk is.

Het kan immers ook dat jongeren in Nederland die graag de via TikTok aangeprezen Amerikaanstalige young adult-literatuur kopen vanwege een nieuwe serie op Neftflix, HBO, Disney+ of een andere streamingsdienst helemaal niet hebben geweten dat er een Boekenweek was.


‘Verroest toch vent, bin ie nou een kerel? Ie lieken wel een meid!’....

Bartje Strip 99

Dagblad van het Noorden en Leeuwarder Courant brengen al enige tijd de roman Bartje van Anne de Vries als stripfeuilleton. Vandaag, donderdag, staat de 99ste en voorlaatste aflevering in de krant.

Omdat de scenariotekst Ahman Resh in de strip van behoorlijk is ingedikt en daardoor afwijkt van de uit 1935 stammende tekst uit 1935 hieronder de oorspronkelijke, laatste bladzijden:

‘Ik zou gaan goelen, as ik joe was,’ bromt Bartje. Hij boent met de vuist in zijn ogen. ‘Verroest toch vent, bin ie nou een kerel? Ie lieken wel een meid!’....

Maar even later mompelt hij zacht: ‘Ik zal toch gauw wel es weeromme moeten, dâ's wis....’

Dan, met een ruk, staat hij op. Hij steekt zijn bundeltje kleren aan een eikenstok en legt die op zijn schouder. Nog één blik achterom.... Een man loopt in de verte gebogen achter de ploeg: vader. ‘Heui!’ mompelt Bartje en hij grijnst. Hij steekt twee vingers omhoog. Er was eens een kleine jongen, die er op uitging, om een andere vader en moeder te zoeken en die ze later door het leven thuis kreeg gestuurd....

Is 't nou uit? Tranen?.... Op de dag, dat de vrijheid roept? Wel alle mensen, is 't hem dan nooit naar de zin? Wat heeft hij nou over zijn moeder te prakkezeren? Die is in de hemel bij Jezus, daar is geen twijfel aan. De hemel is geen bedrog.

Bartje draait zich met een ruk om en stapt de heuvel af. Een andere hemel opent nu zijn poorten voor hem. Welke weg zal hij kiezen? Hij kan de rechte, vaste weg over de heuvels lopen, de weg, die oude mensen en kinderen gaan. Hij kan ook dwars door het moeras. Dat is korter en voor wie er in thuis is, weinig gevaarlijk; het levert hoogstens een paar natte voeten op. Bartje kiest het laatste. De nevels beginnen er reeds te trekken. De witte wieven richten zich op en bedekken plagend met hun sluiers de glans van het paradijs.

Hildegard!.... Treedt zij nu terug?.... Is een boerenknecht haar te min? Dat zou zelfs den drommel verdrieten! Allo wicht, wij bent mekaar zo trouw as Harm van zwarte Jaante. Je kan nooit weten, wat er gebeuren gaat. De toekomst...., de toekomst is het land van onbegrensde mogelijkheden. Voorlopig geeft zij een eigen kamertje en vijftig gulden in 't jaar. Gert is weggegaan zoals Bartje en hij kwam thuis op een nieuwe fiets. Jacob was een vluchteling en Jozef was een slaaf.

‘Ie moet de kop d'r bij houden,’ denkt Bartje. ‘En de kans benutten, zodra die er is. Denk er omme, dat ie ook altied in 't oog houdt, wie of ie veur hebben; en dat ie joe nooit teveule bindt.’

‘En dat ie geen mense vertrouwt,’ zegt hij ook nog.

Dan staat hij geschrokken stil voor het fladderend geraas van een wulp, die klagend opvliegt uit een biezenpol. Het dier lijkt wel kant gek. Het buitelt over zijn kop, stort op de veengrond, fladdert gebrekkig wat verder en valt weer neer, of zijn beide vleugels gebroken zijn. Het is bedrog. Het dient slechts om van het nest af te lokken. Bartje echter bukt zieh en raapt vier warme, grote eieren uit het slordige nest. Hij keurt ze in het drabbige water. Ze zijn zuiver, ze zinken als keien. 't Is in 't moeras nog zo slecht niet! Bartje verpakt de eieren zorgzaam tussen zijn kleren en trekt zijn hoofd tussen de schouders, telkens als de wanhopige vogel over hem scheert en krijsend naar hem slaat met een vleugel. Ja, 't is naar voor het beest. Maar wat zal de boer zeggen, als zijn nieuwe knecht hem al dadelijk een ei bij de boterham brengt?

De hei groent. Het pluimgras wuift schoon en listig boven de kuilen en het borrelende moer.

Bartje zet de pas er in. Hij kiest met zorg zijn bochtige weg en zet zijn voeten vast en weloverdacht op het glibberig pad naar de einder.

Ha, een nieuw leven vangt aan. Al het oude heeft afgedaan.

Al het oude?

Een kleine jongen is in de wijde wereld op zoek naar het geluk.

Hij fluit een liedje boven de weemoed in zijn hart.